Voor de inbedrijfstelling
Oliepeil controleren
Oliepeilaanduiding aflezen bij een
rechtopstaand apparaat. Het oliepeil
moet boven beide wijzers liggen.
Ontluchting oliereservoir activeren
Bevestigingsschroef van de apparaatkap
losdraaien, apparaatkap verwijderen.
Punt van het oliereservoirdeksel afsnijden.
Apparaatkap bevestigen.
Toebehoren monteren
Sproeier op de straalpijp monteren
(markeringen op de stelring bovenaan).
Straalbuis met handspuitpistool verbinden.
Veiligheidsklemmen van het handspuit-
pistool met een schroevendraaier eruit
wippen (afbeelding A).
Handspuitpistool op de kop stellen en
het uiteinde van de hogedrukslang tot
de aanslag erin steken. Erop letten dat
de losse ring op het slanguiteinde volle-
dig naar beneden valt (afbeelding B).
Veiligheidsklem opnieuw in het hand-
spuitpistool duwen. Bij een juiste mon-
tage kan de slang max. 1 mm uitgetrok-
ken worden. Anders is de ring verkeerd
gemonteerd (afbeelding C).
Bij apparaten zonder slangtrommel:
Klemming duwbeugel losmaken.
Duwbeugel instellen op de gewenste
hoogte.
Klemming duwbeugel vastzetten.
Hogedrukslang vastschroeven aan de
hogedrukaansluiting.
Bij apparaten met slangtrommel:
Krukhendel in de slangtrommelas ste-
ken en laten klikken.
hogedrukslang voor het oprollen ge-
strekt leggen.
Hogedrukslang in gelijkmatige lagen op
de slangtrommel wikkelen door aan de
krukhendel te draaien. Draairichting zo-
danig kiezen dat de hogedrukslang niet
geknikt wordt.
52
Inbedrijfstelling
Elektrische aansluiting
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische
–
schok.
U mag het apparaat uitsluitend aanslui-
–
ten op een wandcontactdoos, die is
aangebracht door een elektrotechni-
sche installateur, volgens IEC 60364.
De op het typeplaatje aangegeven
–
spanning moet met de spanning van de
stroombron overeenkomen.
Minimumzekering van het stopcontact
–
(zie Technische gegevens).
Het apparaat moet met een stekker op
–
het stroomnet aangesloten worden.
Een onscheidbare verbinding met het
stroomnet is niet toegestaan. De stek-
ker dient voor de scheiding van het
stroomnet.
Controleer netsnoer en stekker vóór ge-
–
bruik altijd op beschadigingen. Laat een
beschadigd netsnoer onmiddellijk ver-
vangen door een bevoegde klanten-
dienst-/elektromonteur.
Stekker en koppeling van een gebruikt
–
verlengsnoer moeten waterdicht zijn.
Verlengingskabel met een voldoende
–
grote diameter gebruiken (zie „Techni-
sche gegevens") en volledig van de ka-
beltrommel wikkelen.
Niet-geschikte elektrische verlengka-
–
bels kunnen gevaarlijk zijn. Gebruik in
open lucht enkel daartoe vrijgegeven
en overeenkomstig gekenmerkte elek-
trische verlengkabels met een voldoen-
de grote diameter:
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
– 3
NL