Functiebeschrijving; Entsorgung - Conrad 30 11 58 Bedienungsanleitung

• das Gerät sichtbare Beschädigungen aufweist
• das Gerät nicht mehr arbeitet
• nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhältnissen, oder
• nach schweren Transportbeanspruchungen
Bevor Sie die Endstufe reinigen oder warten beachten Sie unbedingt folgende
Sicherheitshinweise:
Beim Öffnen von Abdeckungen oder Entfernen von Teilen können
spannungsführende Teile freigelegt werden.
Vor einer Wartung oder Instandsetzung muss deshalb das Gerät
von allen Spannungsquellen getrennt werden.
Kondensatoren im Gerät können noch geladen sein, selbst wenn
es von allen Spannungsquellen getrennt wurde.
Ersetzen Sie nie schadhafte Netzleitungen selbst. Trennen Sie das
Gerät einem solchen Fall vom Netz und bringen Sie es in eine
Fachwerkstatt.
Eine Reparatur darf nur durch eine Fachkraft erfolgen, die mit den
damit verbundenen Gefahren bzw. einschlägigen Vorschriften
vertraut ist.
Ist ein Sicherungswechsel erforderlich, ist darauf zu achten, dass nur Sicherungen
vom angegebenen Typ und Nennstromstärke (siehe Technische Daten) als Ersatz
Verwendung finden.
Ein Flicken von Sicherungen oder ein Überbrücken des Siche-
rungshalters ist unzulässig.
• Nach erfolgter Netztrennung (Netzstecker ziehen!) drehen Sie mit einem geeigne-
ten Schraubendreher vorsichtig die Sicherungskappe am Sicherungshalter (14) mit
der defekten Sicherung heraus.
• Entnehmen Sie die defekte Sicherung und ersetzen Sie sie mit einer Sicherung
gleichen Typs.
• Schrauben Sie nun die Sicherungskappe mit der neuen Sicherung wieder vorsich-
tigin den Sicherungshalter (14) ein.
• Erst danach das Gerät wieder mit dem Netz verbinden und in Betrieb nehmen.

Entsorgung

Entsorgen Sie das Produkt am Ende seiner Lebensdauer gemäß
den geltenden gesetzlichen Bestimmungen.
20

Functiebeschrijving

De Power eindversterker is een 2-kanaals-versterker. Deze heeft symmetrische
ingangen met XLR- en 6,3 mm stekkerbussen. De stekkerbussen kunnen zowel sym-
metrisch als asymmetrisch worden aangestuurd. Met een schakelaar kan de
ingangsgevoeligheid worden aangepast aan de geluidsbron.
Op de luidsprekeruitgangen met SPEAKON-bussen en schroefklemmen kan een
paar stereoluidsprekers met een minimale impedantie van 4 ohm worden aangeslo-
ten.
De eindversterker kan echter ook als mono-eindversterker in de brugmodus werken.
In deze modus is een aanzienlijk hoger uitgangsvermogen, maar slechts voor één
kanaal, beschikbaar. De minimale impedantie bedraagt bij deze modus 8 ohm.
Een inschakelvertraging verbindt de luidsprekers pas met de luidsprekeruitgang als
alle condensatoren in het apparaat geladen zijn. Hierdoor wordt kraken van de luid-
sprekers op het inschakelmoment voorkomen.
De veiligheidsstroomkring reageert op kortsluiting en gelijkspanning bij de uitgang
en voorkomt oververhitting.
Een ingebouwde begrenzer beschermt de eindversterker tegen overbelasting.
De begrenzer kan met gescheiden kanalen worden uitgeschakeld.
De ingebouwde ventilators worden door de temperatuur gereguleerd en houden de
werktemperatuur ook bij hoge belastingen binnen een veilig bereik.
Om aardlussen en bromgeluiden te voorkomen, kan met de Ground-Lift-schakelaar
de massa van de eindversterker worden gescheiden van de aarding van de behui-
zing.
De bedrijfstoestand van het apparaat kan dankzij verschillende LED-aanduidingen
op de voorkant van het apparaat gemakkelijk worden afgelezen.
Ingebruikneming
Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding met de veiligheidsin-
structies geheel en zorgvuldig door om een correcte ingebruikne-
ming te kunnen waarborgen.
Schakel voor het aansluiten van de eindversterker de eindverster-
ker zelf en alle andere hierop aan te sluiten apparaten uit en
scheid deze van het stroomnet.
Volg dezelfde procedure bij wijzigingen van de bedrading.
65