INSTALLATIE IN HET VOERTUIG
(5)
Zorg er altijd voor dat...
• de rugleuningen in het voertuig vergrendeld zijn in de rechtop-
staande positie.
• wanneer het kinderzitje wordt geïnstalleerd op de stoel van de
bijrijder, zet de autostoel zo ver mogelijk naar achteren zonder
dat dit effect heeft op de riemgeleiding.
WAARSCHUWING Gebruik geen contactpunten voor het
2
dragen van de lading anders dan de contactpunten die in de
instructies worden beschreven en op het beveiligingssysteem
zijn gemarkeerd.
WAARSCHUWING Door ISOFIX te gebruiken, wordt een
2
verbinding met het voertuig gecreëerd die de veiligheid voor uw
kind verhoogt. Uw kind moet nog steeds vastgezet worden met
de driepuntsgordel van het voertuig.
1. Gebruik de verstelhendel (1) onder de zitverhoger (4) en trek de
ISOFIXvergrendelarmen (5) zo ver mogelijk uit.
2. Draai nu de ISOFIX-vergrendelarmen (5) 180° zodat ze in de richt-
ing van de ISOFIX-fixatiepunten (6) zijn gericht.
3. Plaats het kinderzitje op de juiste stoel in de auto.
(1)
NL
(6)
(8) (7)
89
(4)