Programmeren
Niveau vuren
De reservemodus
instellen
O PE R AT IE
Inschakelen:
• Nadat de pan op het lichtnet is aangesloten, licht het display op en klinkt er een "piep", alle
lampjes gaan branden en de pan gaat vervolgens naar de stand-bymodus en op het display
verschijnt "----".
• Draai aan het duimwiel om het menupaneel te activeren.
Screen:
1. Het display toont de looptijd van het programma en er klinkt een "piep". Het kookpunt van
de standaardprogramma's is gemiddeld.
2. Wanneer het koken begint, geeft de pan één pieptoon. Het digitale display en de bijbe-
horende indicator blijven verlicht.
Start/cancel:
• Draai in de stand-bymodus aan het duimwiel om het gewenste programma te selecteren.
De geselecteerde functie knippert.
• Druk op het duimwiel om het gewenste programma te selecteren. U kunt ook 5 seconden
wachten tot het knipperen stopt en het programma automatisch wordt gestart.
• Als je tijdens het koken op het duimwiel drukt, wordt het programma geannuleerd en keert
het terug naar de stand-bymodus.
Pressure:
• Deze knop wordt gebruikt om het kookniveau van het voedsel in te stellen.
• Selecteer een niveau na het indrukken van de toets "Pressure". Je kunt kiezen tussen mild,
matig en sterk. De standaardinstelling voor deze functie is matig. Het bijbehorende indi-
catielampje gaat branden op het display.
• Zacht (Soft): Langer of harder garen, zoals taaiere stukken vlees die extra tijd nodig heb-
ben om mals te worden, of granen die steviger moeten worden gegaard.
• Gematigd (Moderate): Gemiddeld garen, geschikt voor vlees of groenten die een gematigde
kooktijd nodig hebben om een ideale textuur te bereiken zonder te zacht te worden.
• Sterk (Hard): Zachter of milder garen, ideaal voor ingrediënten zoals delicate groenten of
malser vlees.
BEDIENINGSPANEEL
Schietniveaus
Tijd
Warm blijven
Knoop omhoog /
Keuzeschakelaar rol
NE D E RL ANDS
63