6
INSTELLEN+
RST
POWER-ON DISPLAY AND TEMPERATURE CORRECTION
Na het inschakelen moet het displaypaneel 3 seconden lang tegelijkertijd
de displayindicator en de digitale buis laten knipperen (inclusief D1, D2, -
dag, dag), wanneer de temperatuurwaarde van de weergegeven
kamertemperatuur en watertemperatuur verschilt van de werkelijke
temperatuur, A4, A5 kan worden aangepast om de weergegeven
temperatuurwaarde te corrigeren.
19. Faalveilig
Druk in de alarmstatus van de thermostaat op een willekeurige toets om
het geluid van de alarmzoemer te stoppen. Het displayscherm geeft de
alarmcode weer en wanneer de alarmtoestand is geëlimineerd, keert het
displayscherm terug naar de normale weergave.
20. Alarmcode en besturingslogica:
ALARMCODE
sla dan niet op en sluit af. Als u op de RST-toets drukt, wordt
de schijf opgeslagen en afgesloten en wordt de nieuwe
parameter van kracht.
Druk gedurende 5 minuten na het inschakelen tegelijkertijd de
"SET-toets" en de "RST-toets" gedurende 10 seconden in om
naar de zelftestmodus te gaan en voer achtereenvolgens de
volgende logica uit:
1. Geef de programmaversie weer.
Zelftestmod
2. Display -11,1 ~-22,2 Alle indicatielampjes branden en het
us
compressorrelais wordt één keer gesloten en losgekoppeld.
3. Display -33.3 Alle indicatielampjes branden en het relais
van de magneetklep is gesloten.
4. Display 444 Alle indicatielampjes zijn uit en het relais van de
magneetklep is losgekoppeld.
5. Display 555~666 Alle indicatielampjes zijn uit en het
alarmrelais is één keer gesloten en losgekoppeld.
6. Display 777~888 Alle indicatielampjes zijn uit en de zoemer
klinkt één keer. 7. Verlaat de zelftestmodus.
ALARMINHOUD
ALARMOMSTANDIGHEDEN
- 11 -