afgeeft, koppel deze dan onmiddellijk los
en plaats deze in een niet-ontvlambare
ruimte.
•
Controleer altijd of de laadconnectoren en
-poorten schoon en vrij van stof of vuil zijn
voordat u het apparaat aansluit.
Behandeling en vervanging
•
Vervang de batterij alleen door een model
dat voldoet aan de veiligheids- en nale-
vingsnormen.
•
Als de batterij tekenen van schade ver-
toont, zoals deuken, lekken of verkleuring,
gebruik deze dan niet. Gooi deze op een
veilige manier weg volgens de lokale
voorschriften.
•
Sluit de batterij niet kort door metalen
voorwerpen (bijv. gereedschap, sleutels)
de batterijpolen te laten raken.
•
Zorg bij het vervangen van de batterij voor
de juiste polariteit (+ en -).
Opslag en verwijdering
•
Bewaar batterijen op een koele, droge plaats,
uit de buurt van direct zonlicht en vocht.
•
Als u het apparaat voor een langere
periode opbergt, verwijdert u de batterij en
bewaart u deze apart met een lading van
40-60% om de gezondheid van de batterij
34
te behouden.
•
Gooi batterijen niet bij het huishoudelijk
afval. Volg de lokale recyclingvoorschrif-
ten voor een juiste verwijdering.
Door deze richtlijnen te volgen, maximali-
seert u de levensduur van de batterij, zorgt u
voor een veilige werking en voldoet u aan de
veiligheidsvoorschriften.
Veilige installatie
Uw FLARM-apparaat en de kabels moeten op
een geschikte locatie worden geïnstalleerd,
volgens de instructies in de handleiding. De
installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd
door getraind en gekwalificeerd personeel.
Elektrische installatie
PowerFLARM Flex moet worden aangesloten
via een speciale 3 A-stroomonderbreker/
schakelaar of een aparte stroomonderbre-
ker en schakelaar. De stroomonderbreker
voor PowerFLARM Flex moet onafhankelijk
zijn van essentiële avionicasystemen om
ervoor te zorgen dat isolatie tijdens de vlucht
de stroom naar kritieke instrumenten niet
onderbreekt. Piloten moeten PowerFLARM
Flex kunnen loskoppelen van het elektrische
systeem van het vliegtuig zonder de werking
van andere avionica te beïnvloeden.