Nederlands
VOORZICHTIG:
• Pomp uitsluitend met sinusvormige wisselspanning
volgens de opgave op het typeplaatje gebruiken.
• Het schakelen van de pomp via triacs/halfgeleiderrelais
moet indien nodig worden gecontroleerd.
• Pulsbreedte modulatie of externe besturing met pulse-
ring van de spanning kan tot elektronicaschade leiden.
5 Inbedrijfname/bedrijf
WAARSCHUWING: Afhankelijk van de bedrijfstoestand
van de pomp resp. de installatie (temperatuur van het
medium) kan de gehele pomp zeer heet worden.
Gevaar voor verbranding bij aanraken van de pomp!
Inbedrijfname alleen door gekwalificeerd personeel!
5.1
Bediening
De bediening van de pomp gebeurt via de bedieningsknop.
Draaien
Selecteren van het regelingstype en instellen van de
opvoerhoogte resp. het toerentalniveau.
5.2
Ontluchten
• Installatie op een correcte manier vullen en ontluchten.
• De rotorruimte van de pomp ontlucht zelfstandig na korte
bedrijfsduur. Hierbij kunnen geluiden optreden. Eventueel
kan een meervoudig aan- en uitschakelen de ontluchting
bespoedigen. Door kortstondige droogloop wordt de pomp
niet beschadigd.
5.3
Het instellen van de pomp
Door aan de knop te draaien wordt het symbool voor het
regelingstype geselecteerd en de gewenste opvoerhoogte
of het gewenste toerentalniveau ingesteld.
192