Verschildruk constant (Δp-c):
De regeling houdt de ingestelde opvoerhoogte constant,
onafhankelijk van het getransporteerde debiet (Fig. 2b).
3-toerentalniveaus (c1, c2, c3):
c1, c2, c3
De pomp draait ongeregeld in drie ingestelde constante
toerentalniveaus (Fig. 2c).
4 Installatie en elektrische aansluiting
4.1
Installatie
GEVAAR: Zorg vóór de werkzaamheden ervoor dat
de pomp van de stroomvoorziening gescheiden is.
Installatieplaats
• Zorg voor de installatie voor een weerbestendige, vorst-
en stofvrije alsook goed geventileerde ruimte.
Kies een goed toegankelijke installatieplaats.
• Bereid de installatieplaats zo voor, dat de pomp vrij van
mechanische spanning gemonteerd kan worden. Indien
nodig leidingen aan beide zijden van de pomp ondersteu-
nen resp. bevestigen.
LET OP: Vóór en achter de pomp afsluitarmaturen plaat-
sen, zodat de pomp indien nodig gemakkelijker kan worden
vervangen. De installatie moet zo worden uitgevoerd, dat
lekwater niet op de regelmodule kan druppelen. Hiervoor
de bovenste afsluiter indien nodig zijwaarts uitlijnen.
• Voor installatie alle soldeer- en laswerkzaamheden in de
buurt van de pomp afsluiten.
VOORZICHTIG: Vuil kan de werking van de
pomp beperken. Leidingsysteem voor installatie
doorspoelen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften
Nederlands
189