Herunterladen Diese Seite drucken

Triton TDJ600 Sicherheits- Und Bedienungsanleitung Seite 22

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 38
Het aanpassen van de boorhoogte
De tandstrip en het boorgeleider hoogte-verstelmechanismen
maken het mogelijk de boorhoogte te verstellen tussen 9 mm en
43 mm (Afb. G)
1. Draai de vergrendelschroef van de boorgeleiderhoogte (17)
los.
2. Roteer de verstelknop van de boorgeleiderhoogte (16) voor
het verhogen of verlagen van de boorgeleider.
3. Lijn de zwarte pijl op het hoogteverstelmechanisme uit met de
benodigde hoogte op de aangrenzende hoogteschaal (18).
4. Draai de hoogtevergrendelschroef vast zodat de boorgeleider
(1) op de gestelde hoogte blijft.
Gebruik
BELANGRIJK: Gebruik te allen tijde 2 handen bij het boren. Houdt
de hoofdhandvat (5) van de deuvelmachine (4) in één hand vast,
met een vinger comfortabel op de aan-/uitschakelaar (21) rustend
en houd het hulphandvat (3) met de andere hand vast
Aan- en uitschakelen
• Om de deuvelmachine in te schakelen knijpt u de
aan-/uitschakelaar (21) in
• Laat de schakelaar los om de machine uit te schakelen
Opmerkingen:
• Om gaten in werkstukken te boren hoort u de deuvelmachine
allereerst in te stellen met behulp van de 'Voorafgaand aan het
gebruik' instructies en markeert u de boorpunten met potlood
op het werkstuk
• Het is belangrijk het werkstuk nauwkeurig te markeren.
Bij het maken van deuvelverbindingen is er een kleine
marge. Nauwkeurige metingen zijn dus erg belangrijk. De
belangrijkste boorgaten zijn normaal gesproken die aan de
rand van het werkstuk. Enige positioneringsfouten worden
het beste gemaakt in het midden waar extra gaten geboord
kunnen worden
• Het werkstuk hoort op de werkbank vastgeklemd te worden
(Het gebruik van een antislipmat is tevens mogelijk)
1. Houd de hoofdhandvat (5) in één hand vast, met een vinger
comfortabel op de aan-/uitschakelaar (21)
2. Lijn de lijnen op het vizier (2) uit met de markeringen op het
werkstuk
3. Duw de machine stevig tegen het werkstuk aan zodat het
voorpaneel (12) en de onderzijde van de boorgeleider (1)
beiden volledig in contact komen met het werkstuk
4. Duw met de vingers van de andere hand op de voorste rand
van de boorgeleider om de machine stabiel in positie te
houden en controleer op tussenruimtes onder het voorpaneel
of de geleider. Plaats uw hand terug op het hulphandvat (3)
zodat de machine stevig vastgehouden wordt
Let op: Het is mogelijk nodig druk op de geleider (1) uit te
NL
EN
oefenen (Afb. H) in plaats van het hulphandvat (3) vast te houden.
Neem hierbij de uiterste zorg om uw handen uit de buurt van de
boorbits te houden.
5. Knijp de trekker schakelaar in een vloeiende beweging in
om de motor te starten en duw de behuizing van de machine
voorwaarts zodat de boorbits het werkstuk ingaan (Afb. I)
6. Duw de behuizing van de machine zo ver mogelijk naar voren
tot de dieptestop (8) ingrijpt en de juiste diepte verkregen
wordt
22
22
7. Houdt de motor draaiende en laat de boor bits uit het werkstuk
komen. Houdt de machine hierbij stevig vast
8. Wanneer de gereedschap volledig uit het werkstuk gekomen
zijn laat u de aan-/uit trekker schakelaar los
Let op: De retourveer (20) zal ervoor zorgen dat het machine
automatisch teruggaat naar de ruststand en de boren uit het
werkstuk trekken. De gebruiker hoort deze beweging onder
controle te houden door de machine in exact dezelfde positie te
houden als bij het boren van de gaten
9. Wanneer de boren vrij zijn en volledig tot stilstand zijn
gekomen haalt u de machine van het werkstuk
Let op: Het is aan te raden met de machine op afvalmateriaal te
oefenen om volledig vertrouwd te raken met de gebruikswijze
Positionering
• Om bijbehorende gaten in het verbindingsstuk te boren
hoort de machine loodrecht tegen het verbindingsoppervlak
gehouden te worden (Afb. J)
• Het is aan te raden naar beneden te boren waar het gewicht
van de machine met de boorrichting mee werkt. Wanneer
naar boven geboord wordt zal dit meer kracht kosten waar het
gewicht van de machine tegenwerkt.
• Wanneer te ver van de rand geboord moet worden, stelt u
het voorpaneel en de geleider evenwijdig aan elkaar. De
machine kan nu verticaal op een oppervlak rusten en vrij
over oppervlakken gepositioneerd worden – zelfs op grote
werkstukken (Afb. K). Zorg ervoor dat de machine stevig
gepositioneerd is voordat u met het boren begint
Gebruik maken van een mal of sjabloon
De machine is voorzien van plaattanden (11) en een tandstrip (14),
welke het snel boren van gaten met gebruik van een deuvelmal
(niet inbegrepen) mogelijk maken
• Het gebruik van een mal versneld het proces en is ideaal voor
het creëren van plankgaten op regelmatige afstanden
1. Klem de mal in de exacte positie op het werkstuk
2. Stel de deuvelmachine voor het gebruik met de tandstrip (14)
of de plaattanden (11) met de deuvelmal in
Let op: Zorg voor de juiste boordiepte, geleider hoek en geleider
hoogte
3. Boor de gaten door de plaattanden van de machine in de
tandgleuven van de deuvelmal te steken en gebruik de
machine als normaal
Let op: Het gebruik van een mal is ideaal wanneer de machine is
ingesteld voor vrije positionering met de geleider en voorpaneel
evenwijdig aan elkaar
Let op: Deuvelmallen zijn op de markt verkrijgbaar en tevens zelf
te fabriceren
Andere verbindingen
Let op: De veelzijdigheid van de machine gaat verder dan
beschreven in deze handleiding. De handleiding dient als
introductie voor haar eigenschappen en gebruik
Accessoires
• Een heel gamma aan accessoires, met inbegrip van boorbits, is
verkrijgbaar bij uw Triton-leverancier.
• Andere reserveonderdelen zijn verkrijgbaar bij uw Triton
handelaar of via www.toolsparesonline.com

Werbung

loading