- Voor verdere aanvullende terugnamevoorwaar-
den van de fabrikanten en distributeurs verzoe-
ken wij u contact op te nemen met de betreffende
klantenservice.
• Bij levering van een nieuw elektrisch apparaat door
de fabrikaat aan een particulier huishouden, kan de
fabrikant op verzoek van de eindgebruiker zorgen
voor het kosteloos afhalen van het afgedankte elek-
trische apparaat. Neem hiertoe contact op met de
klantenservice van de fabrikant.
13. Verhelpen van storingen
De volgende tabel toont storingssymptomen en beschrijft hoe u deze op kunt lossen, als uw product niet goed werkt.
Als u het probleem hiermee niet kunt vinden en kan oplossen, neem dan contact op met uw service-werkplaats.
Storing
Compressor draait
niet.
Compressor loopt,
maar geen druk.
De compressor
loopt, de druk wordt
aangegeven op de
manometer, maar het
gereedschap loopt
niet.
Mogelijke oorzaak
Compressor draait niet.
Netspanning te laag.
Buitentemperatuur te laag.
Motor oververhit.
Veiligheidsklep (10) lek.
Afdichtingen defect.
Aftapbout voor condenswater
(6) lekt.
Slangverbindingen lek.
Snelkoppeling lek.
Te lage druk op de drukregelaar
(8) ingesteld.
www.scheppach.com
• Deze uitspraken zijn alleen geldig voor apparaten
die in de landen van de Europese Unie worden ge-
installeerd en verkocht en die onder de Europese
Richtlijn 2012/19/EU vallen. In landen buiten de Eu-
ropese Unie kunnen andere voorschriften gelden
voor het afvoeren van afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur.
Oplossing
Kabel, stekker; zekering en stopcontact controleren.
Te lang verlengsnoer vermijden. Verlengsnoer met
voldoende aderdoorsnede gebruiken.
Niet gebruiken bij een buitentemperatuur onder de
+5 °C.
Motor laten afkoelen, evt. de oorzaak van de
oververhitting wegnemen.
Veiligheidsklep (10) vervangen.
Afdichtingen controleren, een defecte afdichting bij
een gespecialiseerde werkplaats laten vervangen.
Schroef met de hand aanhalen. Afdichting op de
schroef controleren, evt. vervangen.
Persluchtslang en gereedschap controleren, evt.
vervangen.
Snelkoppeling controleren en evt. vervangen.
Drukregelaar weer opendraaien.
NL | 59