Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Beschrijving Van De Afzonderlijke Onderdelen; Plaatsen/Vervangen Van De Batterijen - VOLTCRAFT IR 550-12SIP Bedienungsanleitung

Infrarot-thermometer
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

4. BESCHRIJVING VAN DE AFZONDERLIJKE ONDERDELEN
1 Verlichtbare aanduiding
2 MODE-toets voor de functie-instelling
3 Omschakeltoets voor temperatuureenheid (°C/°F), 1C HOLD meetonderbreking
Waarde-instelling omlaag en
Laseractivering
4 LOCK-toets voor permanente meting,
Waarde-instelling omhoog en inschakelen
van de displayverlichting
5 Ogen voor apparaatborging
6 Laserwaarschuwingssticker
7 Meetopening
8 Vizierlaser
9 Meettoets
10 Vastgeschroefd batterijvak
5. PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
Bij de eerste ingebruikname dienen eerst de meegeleverde
batterijen te worden geplaatst.. Maak met de kruiskopschroeven-
draaier de schroef los op het batterijvak (10). De schroef zit vast
aan het batterijvakdekseltje. Klap het dekseltje van het batterijvak
naar voren en open zo het batterijvak (10).
Verwijder de lege batterijen bij het vervangen van de batterijen en
plaats twee nieuwe batterijen van hetzelfde type, let op de polari-
teit. In het batterijvak kunt u de polariteitsgegevens aflezen.
Sluit het batterijvak weer door het dekseltje (10) van het batterij-
vak weer dicht te klappen en zorgvuldig dicht te schroeven. Let op
een hechte rubberen afdichting om de stof- en spatwaterbescher-
ming (IP54) te garanderen.
Het batterijpictogram (1D) geeft informatie over het niveau van de
batterijen.
Batterijen zijn vol.
Batterijen zijn bijna leeg en moeten zo snel mogelijk vervangen worden. Metingen
zijn nog mogelijk.
Aanduiding knippert. De batterijen zijn leeg en moeten worden vervangen. Metingen
zijn niet meer mogelijk.
6. GEBRUIK
a) werkwijze
Infraroodthermometers (IR-thermometers) meten de oppervlaktetemperatuur van een object.
De sensor van het product registreert de uitgestraalde, gereflecteerde en doorgelaten warm-
testraling van het object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde.
Het emissieniveau is een waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materi-
aal uitdrukt. Hoe hoger deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stra-
lingen uit te zenden. Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissieniveau
van ca. 0,95. Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben een laag emissieniveau.
Dat leidt tot een onjuiste meting. Daarom moet bij metaalglanzende oppervlakken een mat-
zwarte verflaag of mat plakband worden opgebracht.
b) IR-meetoptiek - Verhouding meetafstand-meetoppervlak
(D:S = Meetafstand:Meetoppervlak)
Om exacte meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetplek
van de infraroodthermometer. De geregistreerde temperatuur is de gemiddelde temperatuur
van het gemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te korter moet de afstand ten
opzichte van de infraroodthermometer zijn.
De precieze meetplekgrootte staat in het
volgende diagram. Dit is tevens op het
apparaat vermeld. Voor exacte
metingen moet het meetobject ten
minste dubbel zo groot als de meetvlek
zijn.
1A Functieaanduiding (menu)
1B Meetaanduiding
1D Pictogram voor batterijniveau
1E Laserwaarschuwingspictogram
Laser is actief
1F Verlichtingspictogram
Displayverlichting is actief
1G Temperatuureenheid graden Celsius
1H Temperatuureenheid graden Fahrenheit
1I LOCK Duurmeetfunctie is actief
1J Aanvullende aanduiding voor menufuncties
c) Vizierlaser
De vizierlaser wordt afhankelijk van de voorinstelling actief bij de meting. In de display
verschijnt bij ingedrukte meettoets een waarschuwing (1E). Kijk nooit tijdens het meten in de
meet- en laseropening.
De vizierlaser is dubbel uitgevoerd en markeert het globale
randbereik van het meetoppervlak. Bij grotere afstanden gaan de
beide laserpunten analoog ten opzichte van het meetoppervlak
uit elkaar.
Ga als volgt te werk voor het activeren of deactiveren van de vizierlaser:
Druk bij ingedrukte meettoets (9) op de „°C"-toets (3). Het laserpictogram (1E) wordt
ingevoegd en de laser activeert. Deze functie blijft ook na de uitschakeling actief. Voor het
deactiveren gaat u in dezelfde volgorde te werk. Het laserpictogram verdwijnt weer.
d) Meting
Richt de meetopening (7) verticaal op het meetobject. Let erop, dat het meetobject niet
kleiner is dan het IR-meetoppervlak van het apparaat.
Druk op de meettoets (9) en houd deze ingedrukt. In de display wordt de meetwaarde (1B)
weergegeven. De weergegeven meetwaarde komt overeen met de gemiddelde oppervlakte-
temperatuur van het IR-meetoppervlak. Tijdens het meten wordt „HOLD" (1C) onderdrukt.
Na het loslaten van de meettoets (9) wordt de laatste meetwaarde nog ca. 1 minuut in de dis-
play weergegeven, zodat deze beter kan worden afgelezen. Tevens verschijnt de weergave
„HOLD" (1C).
Het apparaat schakelt ca. 1 minuut na het loslaten van de meettoets (9) automatisch uit. In de
display wordt kort „OFF" weergegeven en schakelt dan uit.
Bij overschrijding van het temperatuurbereik wordt „Hi" en bij onderschrijding „Lo" in
de display weergegeven.
Om de warmste plek van het meetobject vast te stellen, gaat u met het meetinstrument met
ingedrukte meettoets (9) langzaam over het gehele oppervlak van het meetobject.
Glanzende oppervlaktes vervalsen het meetresultaat. Ter compensatie kan het op-
pervlak van glanzende voorwerpen met kleefband of matzwarte verf afgedekt worden.
Het apparaat kan niet door transparante oppervlakken zoals glas heen meten. Het
apparaat zal in plaats daarvan de oppervlaktetemperatuur van het glas meten.
Langere metingen van hoge temperaturen bij geringe meetafstand leiden tot een verwarming
van het meetapparaat zelf en daarmee tot een foutieve meting. Om exacte meetwaarden te
bereiken geldt de vuistregel: Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de meetafstand en hoe
korter de meetduur dient te zijn.
e) Speciale functies
Tijdens het gebruik kunnen op de infraroodthermometer enkele functies worden om-, in- of
uitgeschakeld. Het apparaat moet zijn ingeschakeld om de functies te kunnen kiezen. Druk
hiervoor ca. 1 seconde op de meettoets.
°C/°F-temperatuureenheid
Druk op de toets „°C/°F" (3). Met elke keer drukken schakelt u de de weergave (1G/1H) in de
display om.
Duurmeetfunctie „LOCK"
Druk op de "LOCK"-toets (4). Als „LOCK" (1I) in de display wordt weergegeven, is de duur-
meetfunctie actief. Met elke keer drukken schakelt u de de weergave (1I) in de display om.
De duurmeetfunctie schakelt na ca. 60 minuten automatisch uit, om de batterijen te ontzien.
Displayverlichting
Druk bij ingedrukte meettoets (9) op de „LOCK"-toets (4). Het verlichtingssymbool (1F) wordt
ingevoegd en de display verlicht. Deze functie blijft ook na de uitschakeling actief. Voor het
deactiveren gaat u in dezelfde volgorde te werk. Het pictogram verdwijnt weer.
Menufuncties
Via de „MENU"-toets (2) kunnen meer functies via de aanvullende aanduiding (1J) worden
ingesteld en weergegeven. Iedere toetsbediening schakelt de menufuncties (1A) verder. Het
menu is als volgt:
E
Aanduiding van het actuele emissieniveau
"E„
Instelmenu voor het emissieniveau. Met de pijltoetsen
(3 + 4) kan de waarde worden veranderd.
MAX
Aanduiding van de maximale meetwaarde
MIN
Aanduiding van de minimale meetwaarde
dIF
Aanduiding van de differentiewaarde tussen MAX en MIN.
AVG
Aanduiding van de berekende gemiddelde waarde uit MAX
en MIN
HAL
Instelling van de Hi-alarmwaarde. Met de pijltoetsen (3 +
4) kan de waarde worden veranderd. Als de alarmwaarde
wordt overschreden, wordt een piepsignaal uitgegeven.
LAL
Instelling van de Lo-alarmwaarde. Met de pijltoetsen (3 +
4) kan de waarde worden veranderd. Als de alarmwaarde
wordt onderschreden, wordt een piepsignaal uitgegeven.
De als laatst gemeten waarde wordt intern opgeslagen. Als de „MENU"-toets (2) bij uitge-
schakeld apparaat wordt ingedrukt, kan de als laatste gemeten waarde nog een keer worden
weergegeven.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

1182019

Inhaltsverzeichnis