Herunterladen Diese Seite drucken

KIKKA BOO i-FELIX Gebrauchsanweisung Seite 32

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 26
BELANGRIJK! BEWAREN VOOR TOEKOMSTIGE
NL
REFERENTIE! LEES AANDACHTIG!
De gebruiksaanwijzing moet gedurende de gehele levensduur van het universele kinderzitje worden bewaard.
WAARSCHUWING!
1.Dit autostoeltje biedt optimale veiligheid in alle installatieposities waarvoor het is ontworpen.
2. Dit is een i-Size verbeterd kinderbeveiligingssysteem (40-105 cm). Het is goedgekeurd volgens de Europese verordening 129 (ECE R129), voor gebruik in i-Size-compatibele autosto-
eltjes, zoals aangegeven door de fabrikanten in de gebruikershandleiding van de auto. Neem bij vragen contact op met de fabrikant van het verbeterde kinderbeveiligingssysteem of de
distributeur.
3. Dit is een i-Size booster verbeterd kinderbeveiligingssysteem (100-135 cm). Het is goedgekeurd volgens ECE R129, voor gebruik in i-Size-compatibele stoelen, zoals aangegeven door
de fabrikant in de gebruikershandleiding van de auto. Neem bij vragen contact op met de fabrikant van het verbeterde kinderbeveiligingssysteem of de distributeur.
4. Dit is een stoelverhoger voor specifieke auto's (135-150 cm) en is een verbeterd kinderbeveiligingssysteem. Het is goedgekeurd volgens de Europese verordening R129, voor specifiek
gebruik
auto's vermeld in de toepasselijke voertuiglijst. Neem bij vragen contact op met de fabrikant van het verbeterde kinderbeveiligingssysteem of met de detailhandelaar.
5. Dit is een 'i-Size Universal'-kinderzitje, goedgekeurd volgens de Europese ECE R129, voor algemeen gebruik in auto's, hoewel het niet geschikt is voor alle auto's.
6. Het moet worden geïnstalleerd in auto's waarvan de fabrikant in de gebruikershandleiding van de auto vermeldt dat het voertuig geschikt is voor een 'i-Size Universal'-kinderzitje
voor deze leeftijdscategorie.
7. Het product is goedgekeurd volgens de Europese verordening ECE R129 en kan worden gebruikt voor een hoogte tussen 40 en 150 cm en een maximaal gewicht van 36 kg.
8. Zorg ervoor dat de gesp correct is vastgemaakt voordat u gaat rijden.
9. Alle riemen die het beveiligingssysteem aan het voertuig vasthouden, moeten strak zitten, alle steunpoten moeten in contact zijn met de vloer van het voertuig, alle riemen of
stootplaten die het kind vasthouden, moeten zijn aangepast aan het lichaam van het kind en de riemen mogen niet verdraaid zijn.
10. Zorg ervoor dat elke band of riem die het kind vasthoudt niet gevouwen of gedraaid is en strak blijft zitten.
11. Zorg ervoor dat de buikriem of buikriem aan beide kanten zo laag mogelijk over de heupen van het kind ligt.
12. In het geval van een ongeval kan de stoel onveilig zijn, zelfs als er geen duidelijke schade is. De stoel moet worden vervangen nadat deze is blootgesteld aan plotselinge en sterke
spanningen
geassocieerd met een ongeval.
13. Instructies illustraties zijn alleen voor informatieve doeleinden. Het kinderzitje kan kleine verschillen vertonen ten opzichte van de foto's of afbeeldingen in de gebruiksaanwijzing.
Deze variaties zijn niet van invloed op de goedkeuring door verordening ECE R129.
14. Het autostoeltje mag in geen geval op de passagiersstoel van de auto worden geïnstalleerd tegen de rijrichting in als er een actieve airbag is.
15. Lees de instructies zorgvuldig door, aangezien een onjuiste installatie ernstig letsel kan veroorzaken. In dit geval kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
16. Controleer voor gebruik of alle vergrendelingsmechanismen zijn ingeschakeld.
17. Het is gevaarlijk om wijzigingen of toevoegingen aan het kinderzitje aan te brengen met goedkeuring van de bevoegde autoriteit. Het is gevaarlijk om de installatie-instructies van
de fabrikant van de kinderautoset niet strikt op te volgen.
18. Gebruik het kinderzitje nooit zonder hoes of zonder harnasbeschermers.
19. Zorg ervoor dat u het kinderzitje beschermt tegen direct zonlicht, aangezien dit kan opwarmen en het kind pijn kan doen.
20. Het autostoeltje moet permanent in het voertuig geïnstalleerd blijven, ook als het kind er niet in zit. Laat het kind nooit alleen achter als het in het autostoeltje zit, ook niet als het
stoeltje zich buiten het voertuig bevindt.
21. Zorg ervoor dat alle bagage of voorwerpen die bij een ongeval letsel kunnen veroorzaken, goed zijn vastgemaakt.
22. De hoes van het kinderzitje mag niet worden vervangen door een andere, tenzij aanbevolen door de fabrikant, omdat deze een integraal onderdeel is van het systeem voor het
vastzetten van kinderen!
23. Het moet worden geïnstalleerd in auto's waarvan de fabrikant in de gebruikershandleiding van de auto vermeldt dat het voertuig geschikt is voor een 'i-Size Universal'-kinderzitje
voor deze leeftijdscategorie.
24. De veiligheid is alleen gegarandeerd als het kinderzitje wordt gemonteerd in overeenstemming met deze instructies.
25. Voor het i-Size verbeterde kinderzitje moet de gebruiker de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het voertuig lezen.
26. Niet voorwaarts gericht gebruiken voordat het kind de leeftijd van 15 maanden heeft bereikt.
27. Gebruik geen naar achteren gericht kinderzitje op zitplaatsen met een actieve frontale airbag. De dood of ernstig letsel kan optreden.
28. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat elke heupgordel laag wordt gedragen, zodat het bekken stevig vastzit.
29. De instructie moet levenslang op het kinderzitje blijven zitten.
30. De harde onderdelen of plastic onderdelen van veiligheidsvoorzieningen voor kinderen moeten zodanig worden geplaatst en geïnstalleerd dat ze bij dagelijks gebruik van het
voertuig niet worden gehinderd door de beweegbare stoelen of deuren. Voorkom dat harnas-/autogordels bekneld raken tussen autodeuren of langs scherpe delen van de stoel of het
lichaam wrijven.
31. Alle gordels waarmee het beveiligingssysteem aan het voertuig is bevestigd, moeten strak zijn, alle gordels die het kind vasthouden, moeten zijn aangepast aan het lichaam van het
kind. Het draaien van de riemen is niet toegestaan.
32. Gebruik geen ander steunpunt dan degene die in de instructies worden beschreven en op het kinderzitje worden aangegeven.
33. Als het kinderbeveiligingssysteem een alternatief steunpunt biedt en u denkt dat het gebruik van die alternatieve route niet bevredigend is, neem dan contact op met de fabrikant
van het kinderbeveiligingssysteem.
34. Installeer het autostoeltje op de zitposities die in deze instructie worden aangegeven.
35. Gebruik het autostoeltje niet in huis. Het is niet ontworpen voor thuisgebruik en mag alleen in het voertuig worden gebruikt.
36. Voordat u een mobiel of verstelbaar onderdeel van het kinderzitje plaatst, moet u uw kind uit het kinderzitje halen.
37. Controleer regelmatig of de gordels versleten zijn door speciale aandacht te besteden aan de bevestigingspunten, de beschermkappen en de verstelinrichtingen.
38. Laat de gesp niet gedeeltelijk gesloten, hij moet vergrendeld zijn wanneer alle onderdelen vastzitten. U moet het kind in geval van nood direct uit het zitje kunnen halen. Je moet
het kind leren om niet met de gesp te spelen.
39. Bewaar de kinderstoel op een veilige plaats uit de buurt van kinderen wanneer deze niet wordt gebruikt. Plaats geen zware voorwerpen op de stoel. Voorkom contact van uw
autostoel met bijtende stoffen, bijvoorbeeld zuur uit de accu.
KENNISGEVING
1
Installeer NIET op de voorstoelen, behalve in deze specifieke gevallen:
1. Als de auto geen achterbank heeft.
2. Wanneer alle achterbanken bezet zijn door kinderen kleiner dan of gelijk aan 135 cm lang.
3. Wanneer het niet mogelijk is om alle kinderzitjes op de achterbank te plaatsen.
Op stoelen met: ISOFIX-verankeringspunten en Top Tether-verankeringspunten en 3-puntsgordel (autogordel).
NEDERLAND
1
2

Werbung

loading