EINHELL TK 1000/201 Bedienungsanleitung Seite 29

Zaagblad (4) door draaien van de kruk (15) naar
links omlaag bewegen.
Zaagbladafdekking (2) verwijderen door de moer
(17) los te draaien.
De beide schroeven (26) losdraaien.
De spleetspie (5) naar zijn onderste positie
schuiven.
De spleetspie (5) afstellen zodat de afstand
tussen het zaagblad (4) en de spleetspie (5) 3
tot 5 mm bedraagt. De top van de spleetspie
moet 2 mm onder het bovenste punt van de
zaagtand zijn.
De beide schroeven (26) terug aanhalen.
Let op!
Na het uitvoeren van een verborgen snede moet
de spleetspie terug naar zijn bovenste positie
worden gebracht en de beschermkap worden
gemonteerd. (zie 7.4)
De afstelling van de spleetspie moet telkens na
het verwisselen van zaagblad gebeuren.
7.4 Montage van de zaagbladafdekking (fig. 6)
Spleetspie (5) naar de bovenste stand brengen.
Zaagbladafdekking (2) op de spleetspie (5)
zetten en uitlijnen.
Schroef (27) het gat in de zaagbladafdekking (2)
door en de spleetspie (5) in steken en borgen
d.m.v. de moer (17).
De demontage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let op: De zaagbladafdekking (2) moet vrij
beweegbaar zijn
7.5 Vervangen van het tafelinzetstuk (fig. 6)
Let op: Netstekker trekken !
De zes schroeven (28) verwijderen.
Zaagbladafdekking (2) afnemen (zie 7.4).
Het versleten tafelinzetstuk (6) naar boven
uitnemen.
De montage van het nieuwe tafelinzetstuk
gebeurt in omgekeerde volgorde.
8. Bediening
8.1 In- en uitschakelen (fig. 1)
De zaag kan worden ingeschakeld door de
groene toets in te drukken. Wacht totdat het
zaagblad zijn maximumtoeren-tal heeft bereikt
alvorens te beginnen zagen.
Om de zaag weer uit te schakelen drukt U de
rode toets in.
8.2 Parallelaanslag (fig. 5)
Voor het langszagen van houten delen dient de
parallelaanslag (7) te worden gebruikt.
De parallelaanslag (7) op de rechter of linker
kant van de zaagtafel (1) schuiven.
Met behulp van de ingestempelde schaal op de
zaagtafel (1) kan de parallelaanslag (7) op de
gewenste maat worden afgesteld.
De beide vleugelschroeven (12) aandraaien
teneinde de parallelaanslag vast te zetten.
8.3 Snijdiepteafstelling (fig. 8)
Om de snijdiepte van het zaagblad (4) te
veranderen draait u de kruk (15) naar links voor
een grotere snijdiepte of naar rechts voor een
geringere snijdiepte.
De snijdiepte kunt u aflezen op de schaal (30).
Met de moer (29) kunt u de ingestelde snijdiepte
fixeren.
8.4 Hoekafstelling (fig. 8)
Vastzethendels (16) loszetten.
De motorsteun (32) met het handvat (33) naar
rechts omhoogbewegen tot de wijzer (34) naar
de gewenste hoekmaat (31) wijst.
Vastzethendels (16) terug vastzetten.
9. Bedrijf
Na elke nieuwe afstelling is het aan te raden een
proefsnede uit te voeren om de afgestelde
afmetingen te controleren.
Na het aanzetten van de zaag wachten tot het
zaagblad zijn maximumtoerental heeft bereikt
voordat u de snede uitvoert.
Lange werkstukken aan het einde van het snijden
beveiligen tegen neerkantelen (b.v. afrolstandaard
enz.).
Let op bij het insnijden.
9.1 Snijden van smalle werkstukken
(breedte kleiner dan 120 mm) (fig. 7)
De parallelaanslag (7) overeenkomstig de
voorziene werkstukbreedte afstellen.
Werkstuk met de beide handen vooruitschuiven,
nabij het zaagblad (4) zeker de schuifstok (3)
gebruiken. (bij de levering begrepen !)
Het werkstuk altijd doorschuiven tot aan het
einde van de spleetspie (5).
Let op ! Bij korte werkstukken moet de schuifstok
reeds worden gebruikt als u begint te snijden.
9.2 Snijden van zeer smalle werkstukken
NL
29