Skoda 5JA 071 126 Bedienungsanleitung Seite 50

Instructies voor gebruik
Voordat u gaat rijden, altijd controleren of de dakdragers goed zijn
vastgezet en of de lading goed zit en bevestigd is.
Als u op de dakdragers houders vanuit de accessoires wilt monteren
(houder voor fietsen, houder voor ski's en derg.), neem het afdich-
tingprofiel uit de T-sponning uit en bevestig het accessoire met
behulp van T-schroeven.
Let op. Als u voor de montage van het accessoire
U-beugels gebruikt, kan de beschermende eindlaag van
NL
de dwarsbalk van de dakdrager beschadigd raken. Dit
kan geen aanleiding geven voor reclamatie.
Zet de lading op de dragers gelijkmatig neer en zorg ervoor dat het
zwaartepunt zo laag mogelijk zit.
Zet kleine en zeer zware ladingen tegen een van de zijkanten van de
drager (niet in het midden ervan).
Bij vervoer van voorwerpen met een groot volume (bijv. dakboxen,
fietsen, en derg.) is het dak aan een nog grotere belasting onder-
worpen wegens de veel grotere luchtweerstand, pas daarom de
rijsnelheid aan de gewijzigde omstandigheden aan.
Volg bij vervoer van ladingen altijd de veiligheidsvoorschriften van
het betreffende land op.
Wanneer de dragers niet gebruikt worden, adviseren wij ze van het
dak te verwijderen om windgeruis, luchtweerstand en brandstofver-
bruik te verminderen, en ook vanwege de rijveiligheid.
Let op. Na kort gereden te hebben, controleer altijd het
vastzitten van de dragers en de bevestiging van de
lading. U moet bij het rijden over slechte wegen of in
onregelmatig bergachtig terrein de controle vaker
uitvoeren.
50
Attentie. Minimaal 1x per jaar het binnenwerk van sloten
insmeren met het aanbevolen middel
Konkor 101.
Maak de dakdragers na elk gebruik schoon en droog.
Dan pas deze op een geschikte plaats opbergen.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor schade als gevolg
van een verkeerd gedane montage van de hand.
Veiligheidsvoorschriften
Leg de dakdrager (voor de montage op het voertuig) altijd neer op
een daarvoor geschikte plaats. Op de drager mogen geen trans-
portsystemen bevestigd zijn.
Monteer altijd eerst de dakdrager op het voertuigdak en daarna pas
de andere transportsystemen (bijv. skibox, fietsendrager enz.).
Ga bij het verwijderen te werk in omgekeerde volgorde. Verwijder
eerst de transportsystemen (bijv. skibox, fietsendrager enz.) en daar-
na pas de dakdrager. Berg de dakdrager altijd vrij op een daarvoor
geschikte plaats op. Leg nooit zware voorwerpen op de dakdrager.
Zware voorwerpen kunnen schade aan of vervormingen van de
dakdrager veroorzaken.