ims PRO IMS CUTTER 45 CT Bedienungsanleitung Seite 61

AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
Weergave
foutmeldingen
Onderhoud van de toorts
Probleem slijtonderdeel
Te lage luchtdruk
Thermische beveiliging
Overspanning
Onderspanning
Absence de phase
Probleem met de ventilator
Geen stroom
Storing vermogensrelais
Geen elektrische boog
- De boog stopt na 3 seconden snijden
- Het apparaat start niet op.
- De pilot-boog wordt snel onderbroken.
IMS CUTTER 45 CT
SYMPTOMEN
Koppel de toorts af
Slijtonderdelen gedemonteerd
De elektrode is niet in contact met de
contact-tip
De elektrode trekt niet terug
De luchtslang is niet aangesloten of de
druk is werkelijk te laag.
Intensief gebruik (het niet respecteren
van de aangegeven inschakelduur).
De luchtgaten zijn verstopt of het appa-
raat is in een afgesloten ruimte geplaatst.
De spanning is te hoog, en dreigt het
apparaat te beschadigen.
De spanning is te laag om een voldoende
resultaat te kunnen geven.
Een fase mist
De ventilator functioneert niet
De ventilator draait niet op de juiste
snelheid.
Geen contact tussen de elektrode en het
mondstuk
Het vermogensrelais sluit niet
De elektrode heeft zich niet ingetrokken
of de lucht bij de uitgang is onvoldoende
Geen stroom gedetecteerd in de mas-
saklem.
Geen elektrische voeding.
Versleten slijtonderdelen
MOGELIJKE OORZAKEN
NL
OPLOSSINGEN
Controleer de toorts en sluit deze
opnieuw aan
Controleer de aanwezigheid van alle
slijtonderdelen en controleer of het
mondstuk goed is aangedraaid.
Controleer de aanwezigheid van alle
stlijtonderdelen, vervang deze indien
nodig en test opnieuw de werking
ervan.
Controleer of de elektrode niet aan de
contacttip is gelast, controleer of de
elektrode goed is te bewegen is, ver-
vang de slijtonderdelen indien nodig.
Controleer de aansluiting van de
luchtslang, stel de compressor in wer-
king, controleer de ingaande druk van
de plasma snijder.
Laat het apparaat aanstaan zodat het
kan afkoelen, en wacht tot het LED-
lampje dat de thermische beveiliging
aangeeft uitgaat.
Verbeter de omgeving van het apparaat
om zo een betere ventilatie te creëren.
Laat de installatie nakijken door een
électricien.
Controleer of er niet een voorwerp is
dat de normale werking van de ventila-
tor verstoort.
Controleer de aansluiting, en vervang
indien nodig de ventilator.
Controleer de aanwezigheid van de
onderdelen en de staat waarin ze ver-
keren. Vervang indien nodig de onder-
delen. Start het apparaat opnieuw op.
Zend het apparaat terug voor reparatie
Controleer of de elektrode correct
wordt ingetrokken
Controleer de pneumatische installatie
(diameter van de kabels te klein en/of
kabels te lang, afgeklemde kabel)
Controleer of de compressor geschikt is
voor de installatie
Controleer of de massakabel correct
aangesloten is op het te snijden werks-
tuk, op een schoon stuk (zonder roest,
verf of vet).
Controleer of de voedingskabel van
het apparaat aangesloten is op het
stopcontact en of de schakelaar "aan/
uit" op "aan" staat.
Controleer of de hoofdschakelaar niet
geactiveerd is.
Controleer de staat van de slijtonderde-
len, en vervang deze indien noodza-
kelijk.
61