Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
�
Teufelberger kernmantel-veiligheidstouw Patron
12 mm (EN 353-2 / EN 1891A)
In het systeem ROPSTOP 3 moet altijd een in het
systeem geteste bandvaldemper (BFD) geïntegreerd
zijn:
Variant 1 (Ropstop3 + BFD): Bandvaldemper
�
als verbinding tussen opvangapparaat en op-
vanggordel (met aanduiding Ropstop3+BFD) of
�
Variant 2 (Ropstop + SB): Slangband (SB) als
verbinding tussen opvangapparaat en op-
vanggordel. Bovendien is een bandvaldemper
(uitsluitend BFD UNO toegestaan) tussen be-
vestigingspunt en geleidend touw noodzakelijk.
(met aanduiding Ropstop3+SB)
2. Zo bevestigt u het opvangapparaat aan het
geleidende touw:
Het rode sluithendeltje van het apparaat naar
�
beneden drukken (afb. 2, bladzijde 11)
De openingsklep (PUSH) drukken en in de rich-
�
ting van de pijl naar beneden trekken (PULL) tot
de klep in de spleet rust (afb. 3 en afb. 4, blad-
zijde 11)
Het apparaat openen.
�
�
Het geleidende touw in het apparaat leggen –
LET OP: de richtingspijl (UP) van het apparaat
MOET naar boven -> in de richting van het beve-
stigingspunt wijzen (afb. 5 en afb. 6,
bladzijde 11)
�
Het apparaat sluiten en op de openingsklep
drukken (PUSH) tot deze terugschiet en vastklikt
(afb. 7, bladzijde 11). LET OP: Gevaar voor let-
sel!
�
Het rode sluithendeltje in de beginstelling
(LOCK) terug zetten (afb. 8, bladzijde 11).
�
De zijdelingse veerbeugel (met pijl en opschrift
LOCK) op het apparaat in positie 1 (neutraal,
afb. 9, bladzijde 11) positioneren en testen of
het apparaat op het geleidende touw vrij naar
boven glijdt resp. bij een rukkende beweging
naar beneden het touw meteen blokkeert.
�
Om het glijden van het apparaat op het touw te
verhinderen kan de veerbeugel in postitie 2 (afb.
10, bladzijde 11) gepositioneerd worden. Daar-
door is het apparaat op het touw gefixeerd en
laat zich door zijn eigen gewicht niet meer van
positie veranderen >> terughoudsysteem
3. Zo bevestigt u het opvangapparaat aan een
opvanggordel volgens EN 361:
Als positioneringssysteem in een opvangsysteem
mag uitsluitend een opvanggordel gebruikt wor-
den.
De Trilock- staalkarabijnhaak van de verbinding
tussen opvangapparaat en opvanggordel (bandval-
demper of verbindingsband) in de opvangring (aan-
duiding met A) op de borst of op de rug bevestigen
en het correcte sluiten controleren
Het wordt aanbevolen de opvangring op de borst te
gebruiken.
LET OP
Afgezien van de door de fabrikant reeds gemon-
teerde band of bandvaldemper mogen geen extra
verlengingen tussen opvangapparaat en de opvang-
ring van de opvanggordel gebruikt worden.
4. Zo kiest u een bevestigingspunt:
Het bevestigingspunt (bevestigingsinrichting) voor
de persoonlijke valbeveiligingsuitrusting moet
volgens EN 795 een kracht van 12 kN te weerstaan
resp. aan de eisen volgens de handleiding van het
gebruikte valbeveiligingssysteem voldoen. Het beve-
stigingspunt dient zich altijd boven de gebruiker te
bevinden. De verbinding tussen gordel en bevesti-
gingspunt moet volgens de norm voor het betreffen-
de gebruikpassend en gecontroleerd zijn:
�
Opvangsysteem (bijv. valdemper volgens EN 355,
meelopend opvangapparaat volgens EN 353-1/2,
hoogtebeveiligingsapparaat volgens EN 360)
Terughoudsysteem (bijv. verbindingsmiddel
�
volgens EN 354 of EN 358)
Werkpositiesysteem (bijv. verbindingsmiddel
�
volgens N 354 of EN 358)
Systeem voor touwondersteunde toegang (bijv.
�
touwinstellingsapparaat volgens EN 12841, touw
volgens EN 1891)
Het is voor de veiligheid essentieel de positie van
de bevestigingsinrichting en de manier waarop het
werk uitgevoerd wordt zo te kiezen, dat de vrije val
en de hoogte van de val tot een minimum be-
perkt worden. Het is voor de veiligheid essentieel
voor ieder gebruik de benodigde vrije ruimte onder
de werkpositie van de gebruiker te garanderen
(vermijding van een smak met de grond of een
obstakel).
GEBRUIK
23
Werbung
