Inhaltsverzeichnis
Werbung
Betriebsanleitung
Ladezustandsanzeige
Der Ladezustand des Akkus wird durch
fünf Leuchtdioden angezeigt. Nach dem
Einschalten des Handscheinwerfers zei-
gen die Leuchtdioden die verfügbare Bat-
teriekapazität an. Die Temperatur der
Batterie beeinflusst die Ladezustandsan-
zeige, wenn bei vollgeladener Batterie die
oberste LED nur kurz aufleuchtet, ist das
auf die Temperatureinflüsse zurückzufüh-
ren. Ein Defekt der Batterie oder des
Handscheinwerfers liegt nicht vor.
grüne Leuchtdioden (Abbildung 1/3)
signalisieren: Kapazität verfügbar
gelbe Leuchtdioden (Abbildung 1/4)
signalisieren: Batterie laden
rote Leuchtdioden (Abbildung 1/5) sig-
nalisiert: Achtung, Batterie dringend la-
den!
Tiefentladeschutz
Vor dem Erreichen der Ladeschlussspan-
nung wird automatisch auf die Sparlampe
umgeschaltet. Restleuchtdauer mit der
Sparlampe ca. 1 Stunde. Beim Erreichen
der Ladeschlussspannung wird die Lampe
ausgeschaltet. Leuchte nicht über längere
Zeit ungeladen lagern. Bei Nichtgebrauch
den Handscheinwerfer immer im Ladege-
rät aufladen bzw. parken.
Überwachte Ladespannungsquelle:
Mindestspannung
bei 12 V ca. 11,8 V
bei 24 V ca. 23,6 V
Werden diese Mindestspannungen unter-
schritten, wird die Stromaufnahme aus der
Ladespannungsquelle auf ein Minimum
reduziert. Beide grünen Leuchtdioden des
Ladegerätes sind dann ausgeschaltet.
Diese Überwachung schützt die Fahr-
zeugbatterie vor zu großer Entladung.
Eine totale Entladung der Fahrzeugbatte-
rie ist dadurch nicht möglich, bei älteren
Fahrzeugbatterien wird somit nur bei lau-
fendem Motor des Fahrzeugs geladen.
Operating instructions
Charging condition display
The accumulator charge is indicated by
five light-emitting diodes. After switching
on the portable hand lamp, the light-
emitting diodes indicate the available bat-
tery capacity. The battery temperature
influences the charging state display. If the
battery is fully charged and the upper LED
lights up only briefly, this can be attributed
to temperature influence. Neither the bat-
tery nor the portable hand lamp is faulty.
Abbildung/Illustration/Afbeelding: 1
Green light-emitting diodes (illustra-
tion 1/3) indicate: capacity available.
Yellow light-emitting diodes (illustra-
tion 1/4) indicate: charge battery.
Red light-emitting diodes (illustration
1/5) indicate: caution, charge battery
urgently!
Total discharge protection
Before the final charging voltage is
reached, there is an automatic switch over
to the economy lamp. The residual lumi-
nance time of the economy lamp is ap-
proximately 1 hour. After reaching the
charging end voltage, the lamp is switched
off. Do not store the luminaire uncharged
for prolonged periods. An unused portable
hand lamp shall always be charged or
parked in the charging unit.
Monitored charging voltage source:
Minimum voltage about 11.8 V at 12 V
about 23.6 V at 24 V
If tension falls short of these minimum
voltages, drawing of current from the
charging voltage source is reduced to a
minimum. Both green light-emitting diodes
of the charging unit are then switched off.
This monitoring effect protects the vehicle
battery against excessive discharge. Total
discharge of the vehicle battery is thereby
prevented. For older vehicle batteries,
charging should therefore only take place
with running engines.
Gebruiksaanwijzing
Laadtoestandindicator
De laadtoestand van de accu wordt door
vijf ledjes aangegeven. Na het inschakelen
van de handlamp geven de ledjes de
beschikbare accucapaciteit weer. De
temperatuur van de accu heeft invloed op
de laadtoestandindicator, wanneer bij een
opgeladen accu het bovenste ledje kort
gaat branden, is dat te wijten aan
temperatuurinvloeden. Er is geen sprake
van een defect aan de accu of de
handlamp.
Groene ledjes (zie afbeelding 1/3)
betekenen: capaciteit beschikbaar
Gele ledjes (zie afbeelding 1/4)
betekenen: accu opladen
Rode ledjes (zie afbeelding 1/5)
betekenen: let op, accu moet
dringend worden opgeladen!
Diepontlading
Alvorens de oplaadeindspanning wordt
bereikt, wordt automatisch op de
reservelamp omgeschakeld. De
reservelamp is goed voor circa 1
branduren. Wanneer de
oplaadeindspanning wordt bereikt, wordt
de lamp uitgeschakeld. De lamp niet
gedurende langere tijd ongeladen opslaan.
Bij niet gebruiken de handlamp altijd in de
oplader opladen of daarin wegzetten.
Bewaakte oplaadspanningsbron:
Minimale spanning
Als deze spanning tot onder het minimum
daalt, wordt de stroomopname uit de
oplaadspanningsbron tot een minimum
beperkt. Allebei de groene ledjes van de
oplader wordt dan uitgeschakeld. Deze
beveiliging beschermt de voertuigaccu
tegen een te grote ontlading. Een totale
ontlading van de accu van het voertuig is
daardoor niet mogelijk, bij oudere
voertuigaccu's worden alleen bij draaiende
motor van het voertuig opgeladen.
ID-Nr: 201099/00/FM 074645/24.04.09
bij 12 V circa 11,8 V
bij 24 V circa 23,6 V
5
Werbung
Inhaltsverzeichnis
