Ingersoll-Rand P237-Serie Technische Produktdaten Seite 14

NL
Afstelling verdringer
Om de pomp zo efficiÎnt mogelijk te laten werken, vooral bij een hoge opvoerhoogte, is het noodzakelijk dat de
juiste speling voor de verdringer gehandhaafd blijft.
1. Pompen worden in de fabriek gemonteerd met voldoende vulringen voor de aanzuigafdichting om een
speling van 0.010î te verkrijgen tussen het vlak van de verdringer en dat van de aanzuigafdichting.
Wanneer door slijtage deze speling is toegenomen tot 0.032î (1/32î), verwijder dan voldoende vulringen
om de oorspronkelijke speling van 0.010î te verkrijgen.
2. Deze eenvoudige afstelling zal de levensduur van de verdringer vergroten en de hoge doeltreffendheid
van de pomp in stand houden. De vulringen voor het verdringerdeksel hebben verschillende kleuren om
de verschillende diktes aan te geven. Wit is 0.025î, roze is 0.015î, bruin is 0.010î, blauw is 0.005î en
groen is 0.003î. Vulringen voor de verdringer worden naar behoefte gebruikt tussen de verdringer en het
afstandsstuk om een vrijloopspeling te verkrijgen tussen de verdringer en de behuizing. Breng bij de
montage van een pomp zoveel vulringen voor de verdringer aan dat deze nog net zonder overmatige
wrijving kan ronddraaien.
Bediening
Gebruik altijd een afvoerslang en zorg ervoor dat het vrije slanguiteinde ruim boven het vloeistofoppervlak
blijft.
Laat de pomp niet voor langere tijd onbelast draaien (niet ondergedompeld). Door de gegenereerde
wrijvingswarmte raken de samengestelde afdichtingen beschadigd.
Voorkom dat vuil de pomp binnendringt. Plaats bij het leegpompen van een sloot of put de pomp op een plank
of platte steen of hang deze op een aantal centimeters boven de bodem van de put.
Het is ook aan te bevelen om een draadzeef rondom de inlaat aan te brengen of de pomp in een draadkorf te
plaatsen.
Als de inlaat verstopt raakt, stop dan de motor en til de pomp uit de vloeistof. Vloeistof die door de
afvoerleiding stroomt, spoelt gewoonlijk de verstopping uit de inlaat.
Als de pomp wordt gestopt tijdens het pompen van vuile vloeistoffen kan gruis door de vloeistof in de
afvoerleiding terug door de pomp worden gespoeld en zo de verdringer blokkeren. Hierdoor zal de motor niet
opstarten wanneer de perslucht wordt ingeschakeld. Indien het gruis niet kan worden verwijderd door te
schudden of door met een houten blok op de pomp te kloppen, controleer dan of de perslucht is
uitgeschakeld, verwijder vervolgens de luchtleiding van de pomp en de inlaat en draai de verdringer met de
hand rond.
Zorg ervoor dat de regulateurklep vrij kan schuiven in de bus van de regulateurklep. Een aanlopende
regulateurklep is de meest voorkomende oorzaak van een onregelmatig motortoerental. Een losse of slechte
passing door een versleten klep of bus levert hetzelfde probleem op.
De vuilwaterpompen van Ingersoll-Rand kunnen volledig worden ondergedompeld maar een waterdichte
uitlaatbuis tot boven het vloeistofoppervlak moet altijd voorzien zijn. Onder geen enkele omstandigheid
mag de inwendige diameter van de slang kleiner zijn dan 1 inch omdat anders de uitlaat wordt
afgeknepen en de doeltreffendheid van de pomp wordt aangetast.
NL-2 04585154_ed1