NL
Wees voorzichtig bij deze handeling –
gevaar voor beknelling.
AFB. 5
3.
Draai de schroef van de hendelbevestiging
er volledig uit en schuif de gemonteerde
hendel in de hendelbevestiging.
AFB. 6
4.
Lijn het vierkante gat in het onderste
uiteinde van de hendel uit met
de vierkante geleidepen in de
hendelbevestiging.
5.
Draai de schroef van de hendelbevestiging
vast om de hendel in de
hendelbevestiging te vergrendelen.
BEDIENING
HEFFEN
1.
Sluit de daalklep door de hendel zo ver
mogelijk rechtsom te draaien.
2.
Controleer vóór het heffen of de
parkeerrem is ingeschakeld, of de auto in
een versnelling staat en of de wielen zijn
voorzien van een wig om ervoor te zorgen
dat het voertuig niet kan gaan rollen.
3.
Plaats de krik bij een geschikt krikpunt
onder het voertuig (zie het handboek van
het voertuig). Controleer of het hefzadel
recht onder het te gebruiken krikpunt is,
zodat het krikpunt midden op het hefzadel
terechtkomt en er stevig tegen rust.
4.
Pomp tot het zadel het krikpunt raakt.
Controleer vóór het heffen nogmaals
of het hefzadel gecentreerd is onder en
volledig en correct aanligt tegen het te
gebruiken krikpunt.
5.
Ga door met het heffen van de last
door met de hendel te pompen tot de
gewenste hoogte is bereikt. Plaats bokken
of andere veilige stutten onder de last en
laat de last voorzichtig zakken totdat deze
volledig op de stutten rust – laat de last
nooit alleen op de krik rusten.
34
ZAKKEN
1.
Zorg ervoor dat omstanders, in het
bijzonder kinderen en huisdieren, zich niet
onder of in de buurt van de last bevinden.
Open de daalklep langzaam door de
hendel voorzichtig linksom te draaien.
WERKING
Met gesloten daalklep
2.
Als de hendel omhoog wordt gebracht,
zuigt de zuiger olie vanuit het reservoir
naar de pompcilinder. De klep wordt door
de druk van de olie gesloten gehouden,
zodat de olie in de pompcilinder blijft.
3.
Als de hendel omlaag wordt gebracht,
wordt de olie in de hefcilinder gedrukt,
zodat de zuiger naar buiten wordt
gedrukt.
Hierdoor gaat het hefzadel omhoog
4.
Als de zuiger zijn buitenste eindpositie
bereikt, leidt de overstroomklep de olie
terug naar het oliereservoir, zodat de krik
niet beschadigd raakt doordat de zuiger
naar zijn eindpositie wordt geforceerd.
5.
Als de daalklep wordt geopend, stroomt
de olie terug naar het oliereservoir. De
oliedruk in de hefcilinder verdwijnt dan,
zodat het hefzadel omlaag gaat.
ONDERHOUD
OLIE BIJVULLEN
1.
Plaats de krik op een horizontale
ondergrond en laat deze volledig zakken.
Verwijder de olievulplug.
2.
Vul olie bij totdat het oliepeil net onder de
onderkant van de olievulopening is. Plaats
de olievulplug terug.
3.
Ontlucht het hydraulische systeem volgens
de onderstaande instructies.