Installatie En Eerste Inbedrijfstelling; Algemeen; Veiligheidsinstructies Bij De Installatie En Eerste Inbedrijfstelling - Behncke BUHNE 2 Betriebsanleitung

Filterreservoir BÜHNE² / Installatie en eerste inbedrijfstelling
5

Installatie en eerste inbedrijfstelling

5.1 Algemeen

Heeft u deze gebruiksaanwijzing – in het bijzonder hoofdstuk 2, Veiligheid – gelezen en begrepen?
Niet eerder mag u het filterreservoir in gebruik nemen.
•
Het filterreservoir kan beschadigd worden.
•
Stap niet op het filterreservoir.
Voer onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitsluitend uit wanneer in beide watercircuits de afslui-
telementen gesloten zijn!
•
Ontlucht beide watercircuits.

5.2 Veiligheidsinstructies bij de installatie en eerste inbedrijfstelling

Heeft u deze gebruiksaanwijzing – in het bijzonder hoofdstuk 2, Veiligheid – gelezen en begrepen?
Niet eerder mag u het filterreservoir in gebruik nemen.
•
Het filterreservoir kan beschadigd worden.
•
Stap niet op het filterreservoir.
Voer onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitsluitend uit wanneer in beide watercircuits de afslui-
telementen gesloten zijn!
•
Ontlucht beide watercircuits.
12
LET OP
De installatie en eerste inbedrijfstelling mogen uitsluitend door een installa-
tietechnicus of vakkracht uitgevoerd worden!
•
Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting mogen uitsluitend
professionele elektriciens uitvoeren!
•
De elektrische uitrusting van de installatie moet regelmatig gecontro-
leerd worden.
•
Losse verbindingen en beschadigde componenten moeten onmiddellijk
bevestigd of vervangen worden.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door verkeerde installatie en eerste inbedrijfstelling!
Fouten bij de installatie kunnen tot levensgevaarlijke situaties leiden
of aanzienlijke materiële schade teweegbrengen.
Voer onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitsluitend uit wanneer de
installatie uitgeschakeld is.
VOORZICHTIG
De installatie mag niet met het drinkwaternet verbonden worden!
LET OP
Wij adviseren de kamerhoogte derwijze vorm te geven dat boven het
filterreservoir ten minste 1 m vrije ruimte tot aan het plafond blijft.
Benodigde plaats voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden rondom
0,6 m.
Het opnamevermogen van de bodemuitloop en riolering moet ten minste aan
het pompvermogen beantwoorden.