Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Fi: Instelling Debietsensor; Werking Zonder Debietsensor; Tabel 19: Instellingen Van De Debietsensor - DAB MCE-150/P Installations- Und Wartungsanleitungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 192
6.5.9

FI: instelling debietsensor

Maakt het mogelijk de werking in te stellen volgens Tabel 19.
Waarde
0
zonder debietsensor
1
specifieke enkele debietsensor (F3.00)
2
specifieke meervoudige debietsensor (F3.00)
handmatige instelling voor een algemene debietsensor
3
met enkele puls
handmatige instelling voor een algemene debietsensor met
4
meervoudige pulsen
Bij gebruik van een multi inverter is het mogelijk het gebruik van meervoudige sensoren te specificeren.
6.5.9.1

Werking zonder debietsensor

Als u de instelling zonder debietsensor kiest, worden de instellingen van FK en FD automatisch gedeactiveerd,
aangezien deze parameters niet nodig zijn. De melding 'parameter gedeactiveerd' wordt aangegeven door
een pictogram dat een hangslot voorstelt.
Er kan gekozen worden tussen 2 verschillende werkingsmodi zonder debietsensor, door instelling van de
parameter FZ (zie par. 6.5.12):
Modus op minimumfrequentie: in deze modus kan de frequentie (FZ) worden ingesteld waaronder men ervan
uitgaat dat het debiet nul is. In deze modus stopt de elektropomp wanneer de draaifrequentie ervan gedurende
een tijd T2 onder FZ zakt (zie par. 6.6.3).
BELANGRIJK: een verkeerde instelling van FZ leidt tot:
1. Als FZ te hoog is, kan de elektropomp uitschakelen, ook als er debiet is, om vervolgens weer in te
schakelen zodra de druk onder de herstartdruk zakt (zie 6.5.5). Dit kan leiden tot veelvuldig in- en
uitschakelen. ook met zeer korte tussenpozen.
2. Als FZ te laag is, is het mogelijk dat de elektropomp nooit uitschakelt als er geen debiet of een zeer
laag debiet is. Deze situatie kan leiden tot beschadiging van de elektropomp door oververhitting.
Aangezien de frequentie voor nuldebiet FZ kan veranderen als het setpoint verandert, is het
belangrijk dat:
1. Iedere keer dat het Setpoint wordt veranderd, men nagaat of de ingestelde waarde voor FZ geschikt
is voor het nieuwe Setpoint.
Als men de stromingsensor niet gebruikt (FI=0) en FZ gebruikt wordt volgens de modaliteit met
minimumfrequentie (FZ ≠ 0), zijn de hulp-setpoints gedeactiveerd.
LET OP: de modaliteit met minimumfrequentie is de enige bedrijfsmodus die is toegestaan voor multi inverter
installaties zonder stromingsensor.
Zelfaanpassende modus: deze modus bestaat uit een speciaal en doeltreffend, zelf-aanpassend algoritme dat
het mogelijk maakt om in vrijwel alle gevallen een probleemloze werking te verkrijgen. Het algoritme verwerft
informatie en werkt zijn parameters gedurende de werking bij. Om een optimale functionering te verkrijgen is
het goed dat er geen substantiële periodieke evoluties van de hydraulische installatie zijn met onderling sterk
verschillende eigenschappen (zoals bijvoorbeeld elektromagnetische kleppen die hydraulische sectoren met
onderling sterk verschillende eigenschappen uitwisselen), want het algoritme past zich aan één hiervan aan
en kan niet de verwachte resultaten geven zo gauw er wordt omgeschakeld. Er zijn echter geen problemen
als de installatie altijd gelijksoortige eigenschappen heeft (lengte, elasticiteit en gewenste minimumopbrengst).
NEDERLANDS
Instelling van de debietsensor
Type gebruik
Tabel 21: instellingen van de debietsensor
426
Opmerkingen
default

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis