Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Locaties Van Componenten & Schakelaars; Kenmerken; Gebruikscontroles Vooraf - Honda GXR120 Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GXR120:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARS
TERUGLOOPSTARTER
STARTERHANDGREEP
(zwevend type)
CHOKEHENDEL
BALGPOMP
(sommige uitvoeringen)
DEMPER
OLIEVULDOP
OLIEAFTAPPLUG
(membraantype)
CHOKEHENDEL
MOTORSCHAKELAAR
(sommige uitvoeringen)

KENMERKEN

Oil Alert® Systeem (sommige uitvoeringen)
"Oil Alert is een gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten"
Het Oil Alert-systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als er
te weinig olie in het carter aanwezig is. Al voordat het oliepeil in het
carter beneden een veilig niveau daalt, blokkeert het Oil Alert systeem
het starten van de motor.
Als de motor niet start, controleer dan het motorolieniveau (zie pagina 7)
voordat u naar andere oorzaken gaat zoeken.

GEBRUIKSCONTROLES VOORAF

IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet
steeds even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren.
Los eventuele gevonden problemen op of laat ze door uw
onderhoudsdealer verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u
een defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik altijd een controle uit
en verhelp een eventueel gevonden probleem.
Controleer voordat u de gebruikscontrole uitvoert eerst of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand OFF (UIT) staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Controleer de algehele conditie van de motor
1. Voor elk gebruik moet u de ruimte rond en onder de motor
inspecteren op tekenen van olie- of benzinelekkage.
2. Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
3. Let op tekenen van schade.
4. Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten
en of alle moeren, bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid.
Controleer de motor
1. Controleer het brandstofniveau. Als u met een volle tank begint,
hoeft u uw werk niet of nauwelijks te onderbreken om te tanken.
2. Controleer het motoroliepeil (zie pagina 7). Als de motor draait met
een te laag oliepeil, kan er motorschade ontstaan.
3. Controleer het luchtfilterelement (zie pagina 8). Een vervuild
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
4. Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Neem de instructies door die worden geleverd bij de apparatuur die
door deze motor wordt aangedreven en let op voorzorgsmaatregelen
en procedures die u hoort te volgen voordat u de motor start.
NEDERLANDS
3

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis