6
Plaats de papierlade in de printer.
Schuif de papierlade recht en zo ver mogelijk
in de printer.
POpmerkingen
• Verwijder de papierlade niet tijdens het
afdrukken.
• Houd rekening met de volgende punten voordat
u begint met afdrukken om te voorkomen dat het
papier vastloopt of er storingen in de printer
optreden:
– Schrijf of typ niet op het printpapier. Gebruik
een pen met inkt op oliebasis om na het
afdrukken op het papier te schrijven. U kunt
niet op het printpapier afdrukken met een
inkjetprinter, enzovoort.
– Plak geen stickers of postzegels op het
printpapier.
– Houd het printpapier niet vast en buig het niet.
– Het totale aantal vellen is niet groter dan 20
vellen.
– Druk niet af op gebruikt printpapier. Als u
twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt
het beeld niet dikker afgedrukt.
– Gebruik alleen het printpapier voor deze
printer.
– Gebruik geen papier dat niet afgedrukt uit de
printer komt.
POpmerking over het bewaren van het
printpapier
• U moet het papier niet langdurig opbergen met
de afdrukzijden tegen elkaar aan of in contact
met producten van rubber of plastic met
vinylchloride of plastificeermiddel. Als u dit wel
doet, kunnen de kleuren van de afdruk
veranderen en kan de kwaliteit van het
afgedrukte beeld afnemen.
Aansluiten
1
Sluit de stekker van de
netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC IN 24V-
aansluiting van de printer.
2
Sluit de ene stekker van het
netsnoer aan op de bijgeleverde
netspanningsadapter en de
andere stekker van het netsnoer
op een stopcontact in de buurt.
Het 1-lampje (aan/stand-by) gaat rood
branden.
Netspanningsadapter
Naar een
stopcontact
POpmerking
Het stopcontact moet zich in de buurt van het
apparaat bevinden en moet gemakkelijk
toegankelijk zijn.
Stekker
Netsnoer
NL
15