Installering voor gebruik
INSTALLATIE VAN DE BINNENEENHEID
Het apparaat in de te klimatiseren ruimte
plaatsen. Normaal gesproken in de buurt van
een venster of in ieder geval dichtbij een bui-
tenmuur. De binneneenheid dient "vlak"
geplaatst te worden, gebruik hiervoor ook de
bijgeleverde wielblokkeringen
neenheid dient door niets belemmerd te wor-
den rond de aanzuigzone (luchtaanzuigroo-
8
ster
) en rond de afgiftezone (luchtuitgan-
2
grooster
).
N.B.: De afstand tussen het apparaat en de
muur dient minstens 30 cm te zijn.
46
INSTALLATIE
De slang
binneneenheid verbindt, kan geleid worden
via:
a) Een raam of een deur die op een kier
25
. De binne-
b) Een kleine opening (5,5 cm x 2,5 cm) aan-
VAN
DE
4
die de buiteneenheid met de
staat; de zuignapjes
worden om te voorkomen dat de ramen
of de deur te ver open gaan.
gebracht in het onderste gedeelte van
een deur of in het raamwerk van een ven-
ster, door de bijgeleverde huls voor de
23
slang
te gebruiken.
VERBINDINGSSLANG
24
kunnen gebruikt