LET OP
Bij langere pauzes wordt aangeraden om het apparaat
in het parkeerstation te plaatsen om te vermijden dat
gevoelige vloeren door vochtige walsen worden be-
schadigd.
LET OP
Na beëindiging van het werk het apparaat reinigen.
LET OP
Om de ontwikkeling van geurtjes te voorkomen, moet bij
het opbergen van het apparaat het schoonwater- en
vuilwaterreservoir volledig worden geleegd.
Natte walsen aan de lucht drogen (bijv. op het parkeer-
station), de natte walsen voor het drogen niet in geslo-
ten kasten plaatsen.
GEVAAR
Het apparaat bevat elektrische onderdelen en mag
daarom niet onder stromend water worden gehouden of
in met water gevulde reservoirs worden ondergedom-
peld - ook niet om het apparaat te reinigen.
LET OP
Om het apparaat te reinigen, moeten de afzonderlijke
componenten (vloerkopdeksel, schoon- en vuilwaterre-
servoir en walsen) afzonderlijk worden verwijderd en
gereinigd. Het apparaat zelf kan met een vochtige doek
worden schoongemaakt.
LET OP
Om ervoor te zorgen dat het vuil niet in de tank aan-
koekt, moet het vuilwaterreservoir regelmatig worden
gereinigd.
LET OP
De vloerkopafdekking niet in de afwasmachine reinigen:
dit kan de basisfuncties van het apparaat beïnvloeden
wanneer de vloerkopafdekking door de reiniging
scheefgetrokken wordt en de schraaprand dan niet
meer correct tegen de walsen drukt. Dit zorgt voor een
slechter reinigingsresultaat.
LET OP
Bij verontreiniging vloerkop reinigen.
LET OP
De vloerkopafdekking niet in de afwasmachine reinigen:
dit kan de basisfuncties van het apparaat beïnvloeden
wanneer de vloerkopafdekking door de reiniging
scheefgetrokken wordt en de schraaprand dan niet
meer correct tegen de walsen drukt. Dit zorgt voor een
slechter reinigingsresultaat.