Problemen Oplossen - Janome Sew mini Bedienungsanleitung

Problemen oplossen

Situatie
De bovendraad
breekt.
De onderdraad
breekt.
De naald breekt.
Er worden steken
overgeslagen.
De naad rimpelt
op.
De stof wordt niet
doorgevoerd.
De machine
werkt niet.
De machine
maakt lawaai.
1. De bovendraad is niet goed ingeregen.
2. De spanning van de bovendraad is te hoog.
3. De naald is verbogen of stomp.
4. De naald is niet goed geplaatst.
5. De boven- en onderdraad zijn niet goed onder de persvoet
geplaatst aan het begin van het naaien.
6. De draden zijn na het naaien niet naar achteren getrokken.
7. De draad is te zwaar of te fijn voor de naald.
1. De onderdraad zit niet goed in het spoelhuis.
2. Er hebben zich pluisjes opgehoopt in het spoelhuis.
3. De spoel is beschadigd en draait niet soepel.
1. De naald is niet goed geplaatst.
2. De naald is verbogen of stomp.
3. De naaldklemschroef is los.
4. De spanning van de bovendraad is te hoog.
5. De draden zijn na het naaien niet naar achteren getrokken.
6. De naald is te licht voor de stof.
1. De naald is niet goed geplaatst.
2. De naald is verbogen of stomp.
3. De naald en/of de draden zijn niet geschikt voor het naaiwerk.
4. De bovendraad is niet goed ingeregen.
5. Er wordt een verkeerde naald gebruikt.
1. De spanning van de bovendraad is te hoog.
2. De bovendraad is niet goed ingeregen.
3. De naald is te zwaar voor de stof.
1. De stof is te dik.
1. De adapter of het voetpedaal is niet goed aangesloten.
2. Een draad is verward in het spoelhuis.
1. Een draad is verward in het spoelhuis.
2. Er hebben zich pluisjes opgehoopt in het spoelhuis.
Oorzaak
30
Pagina
Pagina 14
Pagina 20
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 24
Pagina 24
Pagina 18
Pagina 12
Pagina 28
Vervang de spoel.
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 20
Pagina 24
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 14
Vervang de naald.
Pagina 20
Pagina 14
Pagina 18
Pagina 18
Pagina 4
Pagina 28
Pagina 28
Pagina 28