Accu Plaatsen - Bosch D-tect 120 Professional Originalbetriebsanleitung

OBJ_BUCH-2149-002.book Page 44 Monday, September 29, 2014 2:25 PM
44 | Nederlands
 Het meetresultaat kan m.b.t. de nauwkeurigheid en de
detectiediepte bij ongunstige gesteldheid van de on-
dergrond slechter uitvallen.
Montage
Het meetgereedschap kan naar keuze met een 10,8V-accu 13
of met AA-batterijen gebruikt worden.
 Neem de batterijen of accu's uit het meetgereedschap
als u het langdurig niet gebruikt. Als de batterijen of ac-
cu's lang worden bewaard, kunnen deze gaan roesten en
leegraken.
Accu opladen (zie afbeelding C)
 Gebruik alleen de oplaadapparaten die op de toebeho-
renpagina vermeld staan. Alleen deze oplaadapparaten
zijn afgestemd op de bij het meetgereedschap gebruikte
lithiumionaccu.
Opmerking: De accu wordt gedeeltelijk opgeladen geleverd.
Om de volledige capaciteit van de accu te verkrijgen, laadt u
voor het eerste gebruik de accu volledig in het oplaadappa-
raat op.
De lithiumionaccu kan op elk moment worden opgeladen zon-
der de levensduur te verkorten. Een onderbreking van het op-
laden schaadt de accu niet.
De lithiumionaccu is met „Electronic Cell Protection (ECP)"
tegen te sterk ontladen beschermd. Als de accu leeg is, wordt
het elektrische gereedschap door een veiligheidsschakeling
uitgeschakeld.
 Druk na het automatisch uitschakelen van het meetge-
reedschap niet verder op de aan/uittoets. De accu kan
anders beschadigd worden.
Voor het uitnemen van de accu 13 druk op de ontgrendelings-
toetsen 12 en trek de accu naar achteren uit het meetgereed-
schap. Forceer daarbij niet.
De accu is voorzien van een thermische beveiliging (NTC) die
opladen alleen in het temperatuurbereik tussen 0 °C en
45 °C toelaat. Daardoor wordt een lange levensduur van de
accu bereikt.
Neem de voorschriften ten aanzien van de afvalverwijdering
in acht.

Accu plaatsen

 Gebruik alleen originele Bosch-accu's met de op het
typeplaatje van het meetgereedschap aangegeven
spanning. Bij gebruik van andere accu's, zoals imitaties,
opgeknapte accu's of accu's van andere merken, bestaat
gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade door ex-
ploderende accu's.
Opmerking: Het gebruik van niet voor uw meetgereedschap
geschikte accu's kan tot storingen of tot beschadiging van het
meetgereedschap leiden.
Plaats de geladen accu 13 in de greep tot deze voelbaar vast-
klikt en gelijk met de greep ligt.
1 609 92A 0Y7 | (29.9.14)
AA-batterij-adapter inzetten/uitnemen
(zie afbeelding D)
 De AA-batterij-adapter is uitsluitend voor het gebruik in
bepaalde Bosch-meetgereedschappen bestemd en kan
niet met elektrische gereedschappen gebruikt worden.
AA-batterij-adapter inzetten
Plaats de huls 17 in de insteekeenheid 11. Leg de batterijen
volgens de illustratie op de afsluitkap 16 erin. Schuif nu de af-
sluitkap 16 over de batterijen tot deze voelbaar vastklikt en
gelijk ligt met de greep.
AA-batterij-adapter uitnemen
Druk op de ontgrendelingstoetsen 12 van de af-
sluitkap 16 en trek de afsluitkap er naar onderen
toe af. Let er hierbij op dat de batterijen er niet uit-
vallen. Houd het toestel hierbij met het batterijvak
naar boven. Verwijder de batterijen. Om de van
binnen liggende huls 17 te verwijderen, grijpt u in
de huls en trekt u deze met lichte druk op de zij-
wand uit het meetgereedschap.
Accu-/batterij-indicatie
De accu-/batterij-indicatie b geeft altijd de actuele batterijsta-
tus weer:
– Batterij is volledig opgeladen
– Batterij heeft twee derde van de capaciteit of minder
– Batterij heeft een derde van de capaciteit of minder
– Batterij heeft 10% capaciteit of minder
– Batterij vervangen
Gebruik
 Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
 Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt.
 Houd het meetgereedschap alleen aan het daarvoor be-
stemde greepgedeelte 10 vast om de meting niet te
beenvloeden.
 Het gebruik of de activiteit van zendinstallaties zoals
WLAN, UMTS, vluchtradar, zendmasten of microgolven
in de nabije omgeving kan de meetfunctie beïnvloeden.
 De meetresultaten kunnen principieel door bepaalde
omgevingsomstandigheden beïnvloed worden. Daar-
toe behoren bijv. de nabijheid van toestellen die sterke
elektrische, magnetische of elektromagnetische vel-
den opwekken, natheid, metaalhoudende bouwmateri-
alen, met aluminium gecoate isolatiematerialen alsook
geleidend behangselpapier of geleidende tegels. Neem
daarom voor het boren, zagen of frezen in muren, plafonds
of vloeren ook andere informatiebronnen in acht (bijv.
bouwplannen).
Bosch Power Tools