Kinderkraft SIESTA Bedienungsanleitung Seite 34

• Gebruik alleen originele accessoires en onderdelen die door de fabrikant zijn goedgekeurd. Gebruik geen andere
accessoires en onderdelen.
• Gebruik het niet in de buurt van warmtebronnen en vlammen.
• Gebruik niet met een extra platform.
• Gebruik nooit de kinderwagen bij twijfels over een juist gebruik of een vermoeden van gevaar.
B. Montage
I. ONDERDELEN VAN DE KINDERWAGEN
1. Frame met zitting en
achterwielen
2.Voorwiel x2
3. Regenhoes
4. Overkapping
5. Beugel
II. MONTAGE/DEMONTAGE VAN DE WIELEN
Om de voorwielen (2) te monteren, schuift u ze op de buizen in het frame totdat u een kenmerkende klik hoort (Afb. A).
Zorg ervoor dat de wielen naar behoren geplaatst zijn.
De voorwielen kunnen worden vergrendeld om rechtuit te rijden. Activeer deze functie door de vergrendelingshendel naar
boven te trekken (Afb. B). Om de voorwielen te ontgrendelen, laat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zakken
(Afb.C).
Om de voorwielen te demonteren, houdt u de knop ingedrukt en trekt u vervolgens het wiel eruit (Afb. D).
LET OP! Controleer voordat u de kinderwagen gebruikt of alle
wielen juist zijn gemonteerd.
III. UITKLAPPEN VAN HET FRAME VAN DE KINDERWAGEN
Plaats het frame op een vlakke oppervlakte met de handgrepen voor de ouders naar boven. Begin met het uitklappen van
de kinderwagen door de vergrendeling aan de rechterzijde van de kinderwagen los te maken (Afb.E). In de volgende stap
trekt u de handgreep voor de ouder naar boven (Afb.F), klapt u de kinderwagen uit en vergrendelt u deze met de hend el
zoals afgebeeld in Afb. G door het naar beneden te duwen
IV. MONTAGE/DEMONTAGE VAN DE VEILIGHEIDSBEUGEL
De veiligheidsbeugel wordt gemonteerd door hem in de openingen aan beide zijden van het frame te schuiven (Afb. H). Als
het correct is gemonteerd, hoort u een klik. De beugel dient in het midden met de kruisbescherming te worden vastgemaakt
door de drukknoppen te sluiten. Om de beugel te demonteren, drukt u op de knoppen aan beide zijden van de beugel en
trekt u het uit (Afb. I).
V. MONTAGE/DEMONTAGE VAN DE OVERKAPPING EN AFSTELLING VAN DE OVERKAPPING
Om de overkapping te monteren, schuift u deze op de geleiders van het frame van de kinderwagen totdat u een
kenmerkende klik hoort (Afb.J), vervolgens zet u de overkapping aan beide zijden vast met de klittenbanden door ze om het
frame te wikkelen (Afb.K) en de klittenbanden aan de buitenzijden van het zitje en aan de achterkant van de rugleuning
(Afb.L). Om het bereik van de kap te verlengen, maakt u de vergrendeling los met de schuifknop aan de rechterkant van de
kap (Afb. O). Om de overkapping te verstellen, trekt u de kap in de gewenste positie (Afb. M.). Het is mogelijk de kap te
vergrendelen wanneer deze het verst is uitgetrokken. Druk hiervoor op de vergrendelingsmechanismen aan beide zijden
van de overkapping, zoals afgebeeld in Afb. N. Om de kap te demonteren, maakt u de klittenbanden los en schuift u het uit
de geleiders
LET OP! INSTALLEER HET DAKJE VOORDAT U DE KINDERWAGEN
GEBRUIKT
VI. GEBRUIK VAN DE REM
De kinderwagen is uitgerust met een voetparkeerrem op de achteras. Druk op een van de pedalen om de rem in te schakelen
(Afb.P). Het wordt ontgrendeld door het pedaal omhoog te brengen (Afb.Q).
VII. RUGLEUNING- EN VOETSTEUNVERSTELLING
De rugleuning van de kinderwagen kan in 4 standen worden gezet. Druk hiervoor op de knop aan de achterkant van de
zitting en zet de rugleuning in een comfortabele stand. (Afb. R). De voetsteun kan in een van de 2 standen worden gezet
(Afb. S). Druk tegelijkertijd op de knoppen aan beide zijden van de voetsteun en zet het in de gewenste stand.
VIII. REGENHOES
Leg de regenhoes op de zitting en zet het vast met de klittenbanden (Afb.T).
IX. VEILIGHEIDSGORDELS
Druk op de gesp om de gordels los te maken (Afb.U). Om uw kind te zekeren, verbindt u de haken van de schoudergordels
met de heupgordels en schuift u ze vervolgens in de middelste gesp totdat ze vastklikken (Afb. V). De veiligheidsgordels elke
keer aanpassen.
34