Vaillant ecoVIT exclusiv VKK 226/4 Installations- Und Wartungsanleitung Seite 220

5. Open de gaskraan.
6. Neem het product met het testprogramma P.01 of de
schoorsteenvegerfunctie in gebruik.
7. Meet de gasaansluitdruk ten opzichte van de atmos-
feerdruk.
Voorwaarde: België
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met aard-
gas G20: 1,7 ... 2,5 kPa (17,0 ... 25,0 mbar)
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met aard-
gas G25: 1,7 ... 2,5 kPa (17,0 ... 25,0 mbar)
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met
vloeibaar gas G31: 2,5 ... 4,5 kPa (25,0
... 45,0 mbar)
Voorwaarde: Frankrijk of Italië
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met aard-
gas G20: 1,7 ... 2,5 kPa (17,0 ... 25,0 mbar)
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met
vloeibaar gas G31: 2,5 ... 4,5 kPa (25,0
... 45,0 mbar)
8. Stel het product buiten bedrijf.
9. Sluit de gaskraan.
10. Verwijder de manometer.
11. Draai de afdichtschroef (1) vast.
12. Open de gaskraan.
13. Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
14. Monteer de bovenste mantel. (→ Pagina 145)
Voorwaarde: Gasaansluitdruk niet in het toegestane bereik of afwijking van
de rustdruk van meer dan 1,0 kPa (10 mbar) van de gasstroomdruk
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasaansluitdruk!
Als de gasaansluitdruk buiten het toege-
stane bereik ligt, dan kan dit tot storingen
in de werking en tot schade aan het product
leiden.
▶
Voer geen instellingen aan het product
uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen, breng dan de gas-
maatschappij op de hoogte.
▶
Sluit de gaskraan.
7.9.3 CO₂-gehalte controleren
Geldigheid: België
1. Demonteer de bovenste mantel. (→ Pagina 145)
2. Neem het product met het testprogramma
(→ Pagina 152) P.01 in gebruik.
3. Wacht minstens 3 minuten tot het product de bedrijfs-
temperatuur bereikt heeft.
0020258614_02 ecoVIT exclusiv Installatie- en onderhoudshandleiding
Aanwijzing
Tijdens de meting mag de luchtslang niet van
het gasblok getrokken zijn. De meting moet
met gemonteerde VLT/VGA worden uitge-
voerd om ervoor te zorgen dat de meetwaar-
den niet vervalst worden.
Voorwaarde: VKK 226/4; VKK 286/4; VKK 366/4
▶
Meet het O₂- en CO-gehalte aan de verbrandingsga-
smeetnippel.
Voorwaarde: VKK 476/4; VKK 656/4
▶
Meet het CO₂- en CO-gehalte op het tussenstuk met
meetopeningen boven het product.
4. Vergelijk de meetwaarden met de betreffende waarden
in de tabel.
Instelwaarden Eenheid
CO₂ na 5 min
Vol.–%
vollastmodus
Ingesteld voor
kWh/m³
Wobbe-index W
s
O₂ na 5 min.
werking met Vol.–%
vollast
CO-gehalte
5. Als de meetwaarden niet binnen het opgegeven bereik
liggen, dan mag u het product niet in gebruik nemen.
6. Breng het serviceteam in dit geval op de hoogte.
7. Sluit de verbrandingsgasmeetnippel met de kunststof-
schroefdop af.
8. Controleer de gasleiding, de VGA-installatie, het pro-
duct en de CV-installatie op dichtheid.
9. Beëindig het testprogramma P.01 door tegelijk indruk-
ken van de toetsen i en + of door het indrukken van de
toets Ontstoring.
10. Monteer de bovenste mantel. (→ Pagina 145)
7.9.4 CO₂-gehalte controleren en evt. instellen
(instelling luchtgetal)
Geldigheid: Frankrijk
OF Italië
1. Demonteer de bovenste mantel. (→ Pagina 145)
2. Neem het product met het testprogramma
(→ Pagina 152) P.01 in gebruik.
3. Wacht minstens 3 minuten tot het product de bedrijfs-
temperatuur bereikt heeft.
Aanwijzing
Tijdens de instelling mag de luchtslang niet
van het gasblok getrokken zijn. De meting
moet met gemonteerde VLT/VGA worden uit-
gevoerd om ervoor te zorgen dat de meet-
waarden niet vervalst worden.
Ingebruikname 7
Aardgas Aardgas
(G20) (G25)
9,2 ±0,3 9,0 ±0,3
15,0 12,4
4,1 ±1,80 4,2 ±1,80
≤ 50 ≤ 50
ppm
155