PROUSER RVC3620N Bedienungsanleitung Seite 25

3. Monteer de kentekenplaat op de kentekenplaathouder.
4. Kies een traject voor de voedingskabel van de camera door het carrosserie van het
voertuig (of aanhangwagen)
geval van twijfel professionele hulp in voor de installatie.
5. Sommige voertuigen
doorheen kan, zoals waar de kentekenplaatverlichting is gemonteerd, of u kunt een
gat boren dicht bij waar de voedingskabel bevestigd wordt aan de camera. Als u
eenmaal gekozen heeft waar de kabel de carrosserie van het
aanhangwagen)
opening kunt gebruiken, slaat u de volgende twee stappen over.
6. Voordat u een gat boort MOET U CONTROLEREN en nakijken WAT ZICH ACHTER DE
PLAATS BEVINDT WAAR U WILT BOREN. Als zich daar onderdelen van het voertuig
bevinden, zoals elektrische onderdelen of onderdelen van het brandstofsysteem,
moet u alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen nemen om deze niet te beschadigen.
Verwijder de kentekenplaat en de camera voordat u gaat boren.
7. Plaats na het boren de meegeleverde doorvoertule in het gat en leidt de kabels van
de camera door de doorvoertule het voertuig
doorvoertule gebruiken om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de kabel
van de camera beschadigt.
8. Bevestig de zender in de kofferbak. Sluit de voedingskabel van de camera en die van
de zender aan op de zender.
Let op: monteer de zender zo dicht mogelijk bij de ontvanger voor het beste signaal;
de kabels zijn lang genoeg om deze van de achterkant van het voertuig of aanhanger
naar de voorkant van het voertuig of aanhanger te leiden. De zender is niet
weerbestendig.
9. Nu moet u kijken waar de achteruitrijlichten van het voertuig
bevinden. Draai de contactsleutel in de accessoirestand, activeer de handrem en zet
de auto in zijn achteruit. Kijk naar de achterlichten van het voertuig
aanhangwagen om te zien waar de achteruitrijlichten zich bevinden; dit zijn de witte
lichten. Om de 12V+ kabel van de achteruitrijlichten te vinden moet de achterzijde
van de achteruitrijlichten toegankelijk zijn. Als u hulp nodig heeft bij het vinden van
de stroomkring van uw achterlichten neem dan contact op met de fabrikant van uw
voertuig voor de bedradingschema's van uw voertuig
10. Als u de stroomkring van de achterlichten heeft gevonden moet u de voedingskabel
van de zender naar die plaats leiden. U moet de voedingskabel stevig vast zetten om
te voorkomen dat de kabel klem komt te zitten in een onderdeel van de auto zoals de
scharnier van de achterbakklep. Leidt de kabel nooit langs de buitenzijde van het
voertuig (of aanhangwagen)!
11. Bij de meeste voertuigen zijn er twee kabels aangesloten op de contactdoos voor de
achterlichten. Gewoonlijk is de negatieve kabel zwart en de positieve kabel gekleurd.
Als u niet zeker bent van de bedrading, kunt u een 12 Volt multimeter gebruiken die
verkrijgbaar is bij de meeste winkels met auto-onderdelen om te bepalen welke
positief is. Volg de aanwijzingen van de fabrikant op voor veilig gebruik van de
multimeter.
naar de bedrading van de achteruitverlichting. Schakel in
(of aanhangwagens)
naar binnen zal gaan, verwijder dan de camera. Als u een bestaande
kunnen een gat hebben waar de kabel
(of aanhangwagen)
of aanhangwagen.
25
voertuig (of
in. U moet de
of aanhangwagen zich
of