Endress+Hauser micropilot FMR 231 E Sicherheitshinweise Seite 36

nl XA 018F-A
Uo ≤ 17,5 V
Gecertificeerd
bijbehorend Io
Po ≤
bedrijfsmiddel
Optie HAW 262 Z
Behuizing F12
Uitvoering
PPS-antenne
PTFE-antenne
Levensmiddelenkoppeling
Inschroefstuk PVDF
Veiligheidstechnische instructies voor installatie in explosiegevaarlijke omgeving:
1) Installeer conform de instructies van de leverancier en de voor u geldende normen en voorschriften.
2) Het intrinsiekveilige ingangscircuit van de Micropilot 23x is aardvrij en met een spanningsvastheid van min. 500 Veff t.o.v.
aarde uitgevoerd.
3) De relatie tussen toegestane omgevingstemperatuur voor de elektronica-behuizing afhankelijk van het toepassingsgebied
en de temperatuurklasse is gegeven in de tabellen (tabel 1 en 2).
4) Na het uitrichten van de behuizing (verdraaien) moet de borgschroef (zie inbedrijfstellingsvoorschrift) weer vast worden
aangedraaid.
5) Speciale eis (X-markering):
Het niveaumeetinstrument Micropilot, type FMR 231 met volledig geïsoleerde (witte) PTFE-antenne, heeft oppervlakken
uit kunststof die zich elektrostatisch kunnen opladen. Door een waarschuwingsplaat wordt op dit gevaar gewezen:
Deze speciale eis vervalt bij toepassing in zone 1 voor de stofgroepen IIA of IIB voor de FMR231 in de volgende
uitvoeringen:
– Korte PTFE-antenne (lengte 390 mm) met metalen inschroefstuk of niet-geplattineerde flens.
– Korte PTFE-antenne (lengte 390 mm) met geplattineerde flens en nom. doorlaat ≤ DN 100 (≤ ANSI 4", ≤ 100K).
6) Aarding van de afscherming zie figuur 3 resp. 4.
7) Continue bedrijfstemperatuur van de kabel ≥ Tomg +5 °C.
Tabel 1
Zone 1 - toepassing
Temperatuurklasse Temperatuur van de explosiegevaarlijke atmosfeer *
T6
T6
T5
T5
T4
T4
T3, T2, T1
T3, T2, T1
)
* PVDF Procesaansluiting, PPS-antenne: beperkt temperatuurbereik
4
Profibus PA
≤ 280 mA
FISCO-Model
4,9 W [EEx ia] IIC resp. [EEx ib] IIC
Intrinsiekveilige voeding en
signaalcircuit
–40 °C ≤ Tu ≤ 80 °C
–20 °C ≤ Tu ≤ 120 °C
–40 °C ≤ Tu ≤ 150 °C
–40 °C ≤ Tu ≤ 150 °C
–20 °C ≤ Tu ≤ 80 °C
"Elektrostatische Aufladung der Antenne vermeiden"
(door bijv. niet droog wrijven; niet in de vulstroom installeren).
(antenne in Zone 1)
–40...+ 80 °C
–40...+ 50 °C
–40...+ 95 °C
–40...+ 65 °C
–40...+130°C
–40...+ 80 °C
–40...+150°C
–40...+ 80 °C
bijv. metalen slang tot aan de behuizing leggen
Naar keuze met of zonder display- en
bedieningsmodule VU 330
5)
Instructie aanhouden
5)
Instructie aanhouden
5), 11)
Instructie aanhouden
)
Omgevingstemperatuur
(elektronicabehuizing / elektronicabehuizing in zone 1)
–40...+40 °C
–40...+50 °C
–40...+55 °C
–40...+65 °C
–40...+65 °C
–40...+80 °C
–40...+55 °C
–40...+80 °C
Micropilot FMR 231 E
Endress+Hauser