Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedieningsinstructies - Ingersoll-Rand ARO PX15P-Serie Betriebshandbuch

1-1/2" membranpumpe 1:1 verhältnis (nichtmetallisch)
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 31
NL
= Risico's of onveilige handelingen die
WAARSCHUWING
kunnen leiden tot ernstig persoonlijk
letsel, de dood of aanzienlijke ma-
teriële schade.
= Risico's of onveilige handelingen die
OPGELET
kunnen leiden tot licht persoonlijk let-
sel of schade aan product of eigendom.
= Belangrijke informatie over instal-
OPMERKING
latie, bediening of onderhoud.
ALGEMENE BESCHRIJVING
De ARO-membraanpomp zorgt zelfs bij een lage luchtdruk
voor een afgifte in hoog volume en met een breed scala aan
compatibiliteitsopties voor materialen. Raadpleeg de model-
en optietabel. ARO-pompen hebben een uitvalbestendig
ontwerp en modulaire luchtmotor/vloeistofonderdelen.
Luchtaangedreven dubbele membraanpompen maken
gebruik van een drukverschil in de luchtkamers om afwis-
selend zuig- en positieve vloeistofdruk in de vloeistofkamers
te creëren, waarbij kogelcontroles zorgen voor een positieve
vloeistofstroom.
De pomp zal beginnen met pompen als luchtdruk wordt
toegepast en deze zal blijven pompen en de vraag bi-
jhouden. Hij zal de leidingdruk opbouwen en handhaven
en zal de cyclus stoppen zodra de maximale leidingdruk is
bereikt (doseerinrichting gesloten) en zal het pompen her-
vatten als dat nodig is.
LUCHT- EN SMEERVEREISTEN
OVERMATIGE LUCHTDRUK. Hierdoor kan
WAARSCHUWING
pompschade, persoonlijk letsel of materiële schade
ontstaan.
Er moet een filter worden gebruikt die deeltjes van 50 micron
y
of groter op de luchttoevoer kan filteren. Het geheel hoeft
niet worden gesmeerd, uitgezonderd het 'O'- ringsmeermid-
del dat wordt aangebracht bij montage of reparatie.
Indien er smeerlucht aanwezig is, moet deze conform zijn
y
met de 'O'-ringen in het luchtmotorgedeelte van de pomp.
INSTALLATIE
Controleer het model/de configuratie voor installatie.
y
Draai voorafgaand aan het starten alle externe bevestig-
y
ingen nogmaals goed vast zoals aangeven.
Pompen zijn bij montage getest in water. Spoel de pomp
y
met de juiste vloeistof voorafgaand aan de installatie.
Wanneer de membraanpomp wordt gebruikt in een
y
geforceerde toevoer (inlaat), is het aan te raden om een
'terugslagklep' aan de luchtinlaat te installeren.
De materiaaltoevoerslang moet tenminste dezelfde
y
diameter hebben als de aansluiting van het pompin-
laatspruitstuk.
De materiaaltoevoerslang moet versterkt zijn, niet-inklap-
y
baar en compatibel met het materiaal dat wordt gepompt.
De leidingen moeten voldoende worden ondersteund.
y
Gebruik de pomp niet om leidingen te ondersteunen.
Gebruik flexibele aansluitingen (zoals een slang) bij het
y
aanzuigen en het ontladen. Deze aansluitingen mogen
geen stijve leidingen zijn en moeten compatibel zijn met
het materiaal dat wordt gepompt.
Bevestig de poten van de membraanpomp op een ges-
y
chikt oppervlak (horizontaal en plat) om te voorkomen
dat ze door trillingen worden beschadigd.
y Kynar® is een geregistreerd handelsmerk van Arkema Inc. y Loctite® en 242 zijn geregistreerde handelsmerken van Henkel Loctite Corporation y
y ARO® is een gedeponeerd handelsmerk van Ingersoll-Rand Company y Santoprene® is een geregistreerd handelsmerk van Monsanto Company, in licentie gegeven aan Advanced Elastomer Systems, L.P. y
Pagina 44
y Lubriplate® is een geregistreerd handelsmerk van Lubriplate Division (Fiske Brothers Refining Company) y
Bij pompen die moeten worden ondergedompeld,
y
moeten zowel de natte als niet-natte componenten com-
patibel zijn met het materiaal dat wordt gepompt.
Ondergedompelde pompen moeten voorzien zijn van
y
een uitlaatpijp boven het vloeistofniveau. De afvoerslang
moet geleidend en geaard zijn.
De ondergelopen inlaatzuigdruk mag niet hoger zijn dan
y
10 psig (0,69 bar).

BEDIENINGSINSTRUCTIES

Spoel de pomp altijd door met een oplosmiddel dat com-
y
patibel is met het materiaal dat wordt gepompt, indien
het materiaal dat wordt verpompt moet worden "ingesteld"
als de pomp gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Ontkoppel de luchttoevoer van de pomp als deze enkele
y
uren inactief zal zijn.
ONDERDELEN EN SERVICEKITS
Raadpleeg de deelweergaven en beschrijvingen op pagina
45 t/ m 48 voor informatie over onderdelen en servicekits.
Bepaalde 'Smart Parts' van ARO zijn aangegeven als beschik-
y
baar voor snelle reparaties en vermindering van uitvaltijd.
Servicekits zijn verdeeld om twee afzonderlijke membraan-
y
pompfuncties te verwerken: 1. LUCHTGEDEELTE, 2. VLOE-
ISTOFGEDEELTE. Het Vloeistofgedeelte is verder verdeeld
om te matchen met typische materiaalonderdelen.
ONDERHOUD
Zorg voor een schoon werkoppervlak om gevoelige interne
y
bewegende delen te beschermen tegen verontreiniging
van vuil en vreemd materiaal tijdens de- en hermontage.
Houd goede onderhoudsaantekeningen bij en laat de
y
pomp deel uitmaken van preventief onderhoud.
Leeg vóór demontage het opgevangen materiaal in het
y
uitlaatspruitstuk door de pomp ondersteboven te draaien
zodat materiaal uit de pomp kan worden afgetapt.
VLOEISTOFGEDEELTE DEMONTEREN
1. Verwijder (61) uitlaatspruitstuk, (60) inlaatspruitstuk.
2. Verwijder (22) kogels, (19 en 33), 'O'-ringen en (21) zittingen.
3. Verwijder (15) vloeistofdoppen.
OPMERKING: Alleen PTFE-membraanmodellen gebruiken een
primaire membraan (7) en een steunmembraan (8). Raadpleeg
de hulpweergave in de illustratie van het Vloeistofonderdeel.
4. Verwijder (6) membraanschroef, (7) of (7/8) membranen
en (5) steunring.
OPMERKING: Geen krassen maken op het oppervlak van de
(1) membraanstaaf.
VLOEISTOFGEDEELTE OPNIEUW MONTEREN
Zet alles weer in omgekeerde volgorde in elkaar. Raad-
y
pleeg de koppelvereisten op pagina 46.
Reinig en inspecteer alle onderdelen. Vervang versleten of be-
y
schadigde onderdelen indien nodig door nieuwe onderdelen.
Smeer (1) membraanstaaf en (144) 'U'-dop met Lubriplate
y
FML-2 vet (94276 vetpakket is inbegrepen in de servicekit).
Voor modellen met PTFE-membranen: Het (8) Santopren-
y
emembraan wordt geïnstalleerd met de zijde gemarkeerd
met "AIR SIDE" in de richting van het middengedeelte van de
pomp. Monteer het PTFE-membraan (7) met de zijde gemar-
keerd "FLUID SIDE" in de richting van de vloeistofdop (15).
Controleer opnieuw de instellingen van het draaimoment
y
nadat de pomp herstart is en laat hem een tijdje draaien.
PX15P-XXX-XXX-AXXX (nl)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis