Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Hilti PMP 45 Bedienungsanleitung Seite 65

Punktlaser
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PMP 45:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
6.
Draai het apparaat 90°.
AANWIJZING De onderste loodstraal dient in het
midden van het kruis te blijven.
7.
Markeer het punt van de verticale loodstraal op het
plafond.
8.
Herhaal deze werkwijze bij een draaiing van 180° en
270°.
AANWIJZING De 4 resulterende punten definiëren
een cirkel waarbinnen de snijpunten van de diago-
nalen d1 (1-3) en d2 (2-4) het precieze loodpunt
markeren.
9.
Bereken de nauwkeurigheid zoals in hoofdstuk
7.3.1.1 beschreven.
7.3.1.1 Berekening van de precisie
10
R =
nl
RH [m]
30
R =
RH [ft]
Het resultaat (R) van de formule (RH=hoogte vertrek) heeft
betrekking op de precisie in "mm op 10 m" (formule(1)).
Dit resultaat (R) dient binnen de specificatie voor het
apparaat van 3 mm op 10 m te liggen.
7.3.2 Controleren van de nivellering van de voorste
laserstraal 6
1.
Zet het apparaat op een egaal en horizontaal op-
pervlak, circa 20 cm van de muur (A), en richt de
laserstraal op de muur (A).
2.
Markeer het laserpunt met een kruis op de muur (A).
3.
Draai het apparaat 180° en markeer het laserpunt
met een kruis op de tegenoverliggende muur (B).
4.
Zet het apparaat op een egaal en horizontaal op-
pervlak, circa 20 cm van de muur (B), en richt de
laserstraal op de muur (B).
5.
Markeer het laserpunt met een kruis op de muur (B).
6.
Draai het apparaat 180° en markeer het laserpunt
met een kruis op de tegenoverliggende muur (A).
7.
Meet de afstand d1 tussen 1 en 4 en d2 tussen 2 en
3.
60
(d1 + d2) [mm]
x
4
(d1 + d2) [inch]
x
4
8.
Markeer het middelpunt van d1 en d2.
Wanneer de referentiepunten 1 en 3 zich aan ver-
schillende kanten van het middelpunt bevinden, trek
dan d2 van d1 af.
Wanneer de referentiepunten 1 en 3 aan dezelfde
kant van het middelpunt liggen, tel dan d1 bij d2 op.
9.
Deel het resultaat door de dubbele waarde van de
lengte van het vertrek.
De maximale fout bedraagt 3 mm op 10 m.
7.3.3 Controleren van de haaksheid
(horizontaal) 7 8 9
1.
Plaats het apparaat met de onderste loodstraal op
het centrum van een referentiekruis in het midden
van een ruimte met een afstand van circa 5m tot de
muren, zodat de verticale lijn van de eerste doelplaat
a precies door het midden van de laserpunt loopt.
(1)
2.
Fixeer een volgende doelplaat b, of een stuk papier
halverwege het midden. Markeer het middelpunt
(d1) van de rechter zijstraal.
(2)
3.
Draai het apparaat van bovenaf gezien nauwkeurig
90° rechtsom. De onderste loodstraal moet op het
midden van het referentiekruis blijven en het centrum
van de linker zijstraal moet precies door de verticale
lijn van de tweede doelplaat a lopen.
4.
Markeer het middelpunt (d2) van de rechter zijstraal
op de doelplaat c.
5.
Markeer laserpunt (d3) op de doelplaat b of op stevig
papier uit stap 7.
AANWIJZING De horizontale afstand tussen d1 en
d3 mag bij een meetafstand van 5 m maximaal 3
mm bedragen.
6.
Draai het apparaat van bovenaf gezien nauwkeurig
180° rechtsom. De onderste loodstraal moet op
het midden van het referentiekruis blijven en het
centrum van de rechter zijstraal moet precies door
de verticale lijn van de eerste doelplaat a lopen.
7.
Markeer dan het middelpunt (d4) van de linker zij-
straal op de doelplaat c.
AANWIJZING De horizontale afstand tussen d1 en
d4 mag bij een meetafstand van 5 m maximaal 3
mm bedragen.
AANWIJZING Wanneer d3 zich rechts van d1 be-
vindt, mag de som van de horizontale afstanden
d1-d3 en d2-d4 bij een meetafstand van 5m maxi-
maal 3 mm bedragen.
AANWIJZING Wanneer d3 zich links van d1 be-
vindt, mag het verschil tussen de horizontale afstan-
den d1-d3 en d2-d4 bij een meetafstand van 5m
maximaal 3 mm bedragen.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis