Grondwaterstation Monteren; Warmtedragercircuit Installeren - STIEBEL ELTRON GWS 2 Installationsanleitung

INSTALLATIE
Montage
3.1

Grondwaterstation monteren

f Plaats de montagesjabloon horizontaal op de gewenste
f
montageplaats. De montagesjabloon bevindt zich op één
van de beugels van de verpakkingsdoos.
f Markeer de boorgaten op de wand.
f
f Boor de gaten.
f
f Steek de juiste pluggen in de gaten. f
f Draai de stokschroeven in de pluggen. f
f Verwijder de bovenste schaal van de isolatie van het f
grondwaterstation.
f Steek het grondwaterstation op de stokschroeven en
f
plaats de meegeleverde onderlegschijven erop. Borg het
grondwaterstation met de bijbehorende moeren.
3
3
1 Ontluchtingsventiel
2 Vul- en aftapkraan
3 Hefboom
f Monteer het ontluchtingsventiel en de vul- en aftapkraan
f
in het warmtedragercircuit.
f Let erop dat de hefboom van de 3-weg-kogelkranen, f
zoals in de afbeelding wordt getoond, in de geopende
stand staat.
GWS

3.2 Warmtedragercircuit installeren

Aanwijzing
Lees het hoofdstuk "Warmtebroninstallatie instal-
leren" in de installatiehandleiding van de brine|wa-
ter-warmtepomp en neem de instructies in acht.
f Installeer een veiligheidsgroep in het
f
warmtedragercircuit.
Aanwijzing
Bij enkele brine|water-warmtepompen wordt de vei-
ligheidsgroep meegeleverd.
Aanwijzing
De warmtewisselaar mag uitsluitend worden gebruikt
in de tegenstroom (zie hoofdstuk "Technische gege-
vens/standaardschakelingen").
f Vul het warmtedragercircuit met een etyleenglycol water- f
mengsel met ten minste 25 volumeprocent etyleenglycol.
Let op de dichtheid.
f Ontlucht het warmtedragercircuit na het vullen! f
3.2.1 Warmtebronsensor
f Controleer of de warmtebronsensor al is gemonteerd f
in de brine|water-warmtepomp. Als dat niet zo is, mon-
teert u de warmtebronsensor op de warmtepompre-
tour op het GWS (zie hoofdstuk "Technische gegevens/
standaardschakelingen").
Gebruik aanlegsensor AVF 6 als warmtebronsensor voor het
registreren van de warmtedragertemperatuur.
1
f Maak de buis schoon. f
f Breng warmtegeleidende pasta aan. f
f Bevestig de sensor met de klemband. f
f Sluit de aanlegsensor aan op warmtepompmanager WPM
f
II op de aansluiting van de warmtebronsensor (WPMW II
klem X2/6 en massa; WPMS II klemmen X12/1 en 2).
2
| 33