Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bosch UniversalChain 18 Originalbetriebsanleitung Seite 91

Akku-kettensäge
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für UniversalChain 18:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3
Zonder ingestoken accu signaleert het permanent branden
van de accu-oplaadaanduiding dat de netstekker in het stop-
contact is gestoken en het oplaadapparaat gereed is voor ge-
bruik.
Betekenis van de indicatie-elementen
(AL 1830 CV)
(Snel) knipperende groene accuoplaadindicatie
Het snelladen wordt aangegeven door snel
knipperen van de groene accuoplaadindica-
tie .
Let op: Snel opladen is alleen mogelijk als de temperatuur
van de accu zich binnen het toegestane oplaadtemperatuur-
bereik bevindt, zie het gedeelte „Technische gegevens".
(Langzaam) knipperende groene accuoplaadindicatie
Bij een oplaadstand van de accu van ca. 80%
knippert de groene accuoplaadindicatie lang-
zaam.
De accu kan voor direct gebruik uit het oplaadapparaat wor-
den genomen.
Permanent branden groene accu-oplaadaanduiding
Het permanent branden van de groene accu-
Full
oplaadaanduiding signaleert dat de accu hele-
maal opgeladen is.
Zonder ingestoken accu signaleert het permanent branden
van de accu-oplaadaanduiding dat de netstekker in het stop-
contact is ingestoken en het oplaadapparaat gereed is voor
gebruik.
Permanent verlichte rode accuoplaadindicatie
De permanent verlichte rode accuoplaadindi-
catie geeft aan dat de temperatuur van de accu
buiten het toegestane oplaadtemperatuurbereik ligt, zie het
gedeelte „Technische gegevens". Zodra het toegestane tem-
peratuurbereik is bereikt, schakelt het oplaadapparaat auto-
matisch over op snel opladen.
Knipperende rode accuoplaadindicatie
De knipperende rode accuoplaadindicatie
geeft aan andere storing van het opladen aan,
zie het gedeelte „Fouten – oorzaken en oplossingen".
Aanwijzingen voor het opladen
Bij langdurig opladen of meermaals opladen zonder onder-
breking kan het oplaadapparaat warm worden. Dit is echter
zonder bezwaar en duidt niet op een technisch defect van
het oplaadapparaat.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen geeft aan
dat de accu versleten is en moet worden vervangen.
Neem de afvalverwijderingsvoorschriften in acht.
Zaagketting monteren en spannen
Sluit de kettingzaag pas op het stroomnet aan nadat u
u
deze volledig heeft gemonteerd.
Draag werkhandschoenen bij het hanteren van de
u
zaagketting.
Bosch Power Tools
Montage van zwaard en zaagketting (zie
afbeeldingen A1–A4)
Gebruik alleen zaagkettingen met een kettingschakel-
u
dikte (groefbreedte) van 1,1 mm.
– Pak alle onderdelen voorzichtig uit.
– Leg de kettingzaag op een recht oppervlak neer.
– Leg de zaagketting (12) in de rondlopende groef van het
zwaard (11). Let daarbij op de juiste looprichting en ver-
gelijk de zaagketting met het looprichtingsymbool.
– Leg de kettingschakels op het kettingwiel (20) en breng
het zwaard (11) aan.
– Controleer of alle onderdelen goed geplaatst zijn en houd
het zwaard met de zaagketting in deze stand.
– Breng de afdekking (15) weer aan.
– Draai de afdekking (15) met de vastzetknop (14) iets
vast.
– De zaagketting is nog niet gespannen. Het spannen van de
zaagketting vindt plaats zoals beschreven in het gedeelte
"Zaagketting spannen".
Zaagketting spannen (zie afbeelding B)
Controleer de kettingspanning vóór het begin van de werk-
zaamheden, na de eerste keren zagen en tijdens het zagen
regelmatig elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaag-
kettingen moet in het begin met verslapping worden gere-
kend.
De levensduur van de zaagketting is in grote mate afhankelijk
van voldoende smering en juiste spanning.
Span de zaagketting niet wanneer deze zeer heet is. De ket-
ting trekt na het afkoelen samen en ligt dan te strak op het
zwaard.
– Leg de kettingzaag op een recht oppervlak neer.
– Draai de vastzetknop (14) ca. 1–3 slagen tegen de wij-
zers van de klok om de zwaardvastzetting los te maken.
– Controleer of de kettingschakels goed in de geleidings-
sleuf van het zwaard (11) en op het kettingwiel (20) lig-
gen.
– Draai de rode kettingspanring (13) klikkend met de wij-
zers van de klok mee tot de juiste kettingspanning is be-
reikt. Het klikmechanisme voorkomt dat de kettingspan-
ning losraakt. Wanneer de kettingspanring (13) slechts
moeilijk kan worden gedraaid, moet u de vastzetknop
(14) verder tegen de wijzers van de klok losdraaien. De
vastzetknop (14) mag meedraaien wanneer de ketting-
spanring (13) wordt ingesteld.
– De zaagketting (12) is goed gespannen wanneer deze in
het midden ca. 5–10 mm kan worden opgetild. Dit moet
met één hand gebeuren door het omhoogtrekken van de
zaagketting tegen het eigen gewicht van de kettingzaag.
– Wanneer de zaagketting (12) te sterk gespannen is, moet
de kettingspanring (13) tegen de wijzers van de klok wor-
den gedraaid.
– Klem bij een gespannen zaagketting (12) het zwaard (11)
vast door de vastzetknop (14) met de wijzers van de klok
mee te draaien. Gebruik daarbij geen gereedschap.
Nederlands | 91
F 016 L94 153 | (04.02.2021)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis