(NL) Deze educatieve klok is ontworpen om de allerkleinsten vertrouwd te maken met
het concept "tijd". De kinderen leren het uur lezen volgens drie niveaus: beginners,
gevorderden en experts. De uren- en minutenwijzers bewegen onafhankelijk van
elkaar.
Bevat 12 omkeerbare tijdkaarten.
1.Hoe spelen
Sluit het venster van de digitale klok, kies een tijdkaart en zet je schrap! Het uur wordt
op twee manieren weergegeven!
1.Plaats een kaart in de gleuf bovenaan (met de wijzerplaat van de klok naar je toe).
2.Draai aan de wijzers zoals op de kaart wordt aangegeven.
3.Open het digitale venster, draai de kaart om en controleer of het uur klopt!
(Je kan ook verschillende tijdstippen op de witte kaartjes noteren, gebruik een
uitwisbare viltstift.)
Analoog
Plaats een tijdkaart in de gleuf bovenaan, met de afbeelding van de wijzerplaat van
de klok naar je toe.
Draai aan de rode urenwijzer totdat deze overeenkomt met de rode wijzer van de
kaart. Lees het uur hardop voor.
Draai aan de blauwe minutenwijzer totdat deze overeenkomt met de blauwe wijzer
van de kaart. Lees het uur hardop voor.
Open het venster, draai de kaart om en bekijk het digitale uur. Als de kaart en het
venster overeenkomen is het antwoord correct!
Digitaal
Plaats een tijdkaart in de gleuf bovenaan, met het digitale uur naar je toe.
Draai aan de rode urenwijzer totdat deze overeenkomt met het cijfer op de kaart.
Lees het uur hardop voor.
Draai aan de blauwe minutenwijzer totdat deze overeenkomt met het cijfer op de
kaart. Lees het uur hardop voor.
Open het venster van de digitale wijzerplaat om het antwoord te controleren!
2.Speelwijzen
2.1.Beginners
We tellen, samen met het kind, de rode cijfers van het "uur" (rond de klok): 1, 2, 3...
Vervolgens draaien we de rode wijzer naar de verschillende cijfers en vragen we hoe
laat het is.
Daarna lezen we, samen met het kind, de minuten (in intervallen van vijf minuten),
draaien we de blauwe wijzer naar de verschillende cijfers (5, 10, 15...) en vragen we
hoe laat het is.
Nu draaien we aan beide wijzers en vragen we opnieuw hoe laat het is. Voorbeeld:
we draaien de wijzers eerst op 01.00, 01.15, 01.30, 01.45 en vervolgens op 02.00,
02.15, 02.30, 02.45... Naarmate het kind aan vertrouwen wint en bijleert, kunnen we
aan beide wijzers draaien en het niveau opvoeren.
2.2.Gevorderden
We vragen het kind of hij alleen alle minuten op de klok kan tellen, van 1 tot 60. We
dagen hem uit en vragen hem of hij een serie van 40 tot 45 kan tellen: 40, 41, 42, 43,
44, 45. We sluiten het digitale venster en plaatsen een kaart in de gleuf, tonen het
digitale uur en vragen het kind aan de wijzers te draaien tot ze overeenkomen met
het getoonde uur. Vervolgens openen we het venster en controleren we het
antwoord!
Er zijn nog andere speelmogelijkheden. We leggen alle kaarten op tafel met het
digitale uur naar boven. We vragen het kind de kaarten te rangschikken van vroeg
naar laat. We herhalen de oefening met het analoge uur. We kunnen de moeilijkheid
verhogen door de analoge en digitale kaarten te mengen.
2.3.Experts
We dagen het kind uit om het dichtstbijzijnde uur aan te duiden met de wijzers.
We kiezen twee kaarten en geven die aan het kind. We vragen het kind naar zijn
dagelijkse routines en om hoe laat hij die activiteiten uitvoert. Vervolgens vragen we
hem die tijdstippen aan te duiden op de klok. Voorbeeld: "Om 08.05 u 's morgens
ruimen we de ontbijttafel af en maken we ons klaar om naar school te gaan. Kan je
08.05 u aanduiden op de klok?". We voeren het niveau op en vragen naar andere
gewoonten en hun uuraanduiding op de klok.