Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Absaar 1206CS - 6A 12V - 100602 Bedienungsanleitung Seite 26

Batterieladegerät
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 17
eerst de aardklem van de accu. Zorg ervoor dat alle accessoires in het voertuig zijn
uitgeschakeld, om een boogontlading te vermijden.
b. Zorg ervoor dat de zone rond de accu goed verlucht is tijdens het laden van de accu. De
gassen kunnen worden verdreven met behulp van een niet metalen voorwerp, een stuk karton of
een ventilator.
c. Reinig de accupolen. Let erop dat de corrosie niet met de ogen in contact komt.
d. Voeg in elke cel gedistilleerd water toe tot het accuzuur het niveau bereikt dat door de
fabrikant is aangeduid. Hierdoor wordt het overtollige gas uit de cellen verdreven. Vul niet te
ver bij. Voor een accu zonder vuldoppen volgt u aandachtig de oplaadinstructies van de
fabrikant.
e. Bestudeer alle specifieke voorzorgen van de fabrikant met betrekking tot de batterijen, zoals
het al dan niet verwijderen van de vuldoppen tijdens het laden en de aanbevolen laadsnelheid.
f. Bepaal de accuspanning door de bestuurdershandleiding van het voertuig te raadplegen en
controleer of de uitgangsspanningsregeling van de lader op de juiste waarde staat. Als de lader
beschikt over een regelbare laadsnelheid, laad de accu dan eerst op aan de laagste snelheid.
7. PLAATSING VAN DE LADER
a. Plaats de lader zover mogelijk van de accu als de kabels dat toelaten.
b. Plaats de lader nooit rechtstreeks boven de opgeladen batterij, want de accugassen kunnen de
lader corroderen en beschadigen.
c. Laat nooit accuzuur lekken op de lader tijdens de zuurweging of het vullen van de accu.
d.
De
lader
nooit
gebruiken
in
een
gesloten
of
slecht
verluchte
ruimte.
e. De accu niet op de lader plaatsen.
8. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET KOPPELEN AAN DE ACCU
a. De uitvoerklemmen enkel aan- en ontkoppelen na het netsnoer te hebben afgekoppeld. Zorg
ervoor
dat
de
clips
elkaar
nooit
aanraken.
b. Bevestig de klemmen aan de accu en aan het chassis.
15. Volg deze stappen wanneer de accu in een voertuig is geïnstalleerd. En vonk vlakbij de accu
kan de accu doen ontploffen. Om het risico op vonken bij de accu te verkleinen:
a. Wees voorzichtig bij het plaatsen van de binnenkomende en uitgaande voedingskabels, om
het risico te verkleinen dat ze beschadigd worden door de motorkap, de portieren of beweegbare
delen
van
de
motor.
b. Blijf uit de buurt van ventilatorbladen, riemen, schijven of andere onderdelen die
verwondingen kunnen veroorzaken.
c. Controleer de polariteit van de accupolen. De POSITIEVE pool (POS, P, +, Rood) van de
accu heeft meestal een grotere diameter dan de NEGATIEVE (NEG, N, -, zwart).
d. Bepaal welke accupool geaard is (verbonden is met het chassis). Bepaal of de negatieve pool
(NEG, N, -, zwart) verbonden is met het chassis (zoals bij de meeste voertuigen) of de positieve
pool
met
het
chassis
verbonden
is.
e. Voor de negatief met het chassis verbonden voertuigen (NEG, N, -, zwart), verbindt u eerst
de POSITIEVE klem (POS, P, +, Rood) van de lader met de accu. Verbind daarna de
NEGATIEVE klem (NEG, N, -, zwart) met het chassis van het voertuig of de motorblok op een
afstand van de accu. De klem niet vasthechten aan de carburator, de brandstofleidingen of
chassisonderdelen uit plaatijzer. Maak verbinding met een stuk metaal van behoorlijke dikte op
het chassisblok of de motor.
26

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis