GEBRUIK
N.B.:
Bij gebruik van een gaskookplaat wordt er warmte en vocht voortgebracht in de ruimte waarin de
plaat zich bevindt. Derhalve is een goede luchtdoorstroming in deze ruimte noodzakelijk, tevens
moet u ervoor zorgen dat de natuurlijke ventilatieopeningen (afb. 3) vrij zijn en dat u de
mechanische beluchtingsinrichting (aanzuigkap of elektroventilator, afb. 4 en afb. 5) in werking
stelt.
Bij intensief en langdurig gebruik van het apparaat, kan een extra beluchting noodzakelijk zijn, zoals
bijvoorbeeld een open raam of een doelmatiger capaciteit verhoging van het aanzuigmechanisme,
indien aanwezig.
(*) LUCHTINGANG: ZIE HOOFDSTUK INSTALLATIE (PARAGRAFEN 5 EN 6)
AFB. 3
AFB. 4
AFB. 5
21