2. het kartelwiel 5b/6b in de betreffende
stand gehouden, terwijl u tegelijkertijd de
schaal 5c/6c zodanig draait dat het
nulpunt tegenover het indexpunt staat.
3. Zet tot slot deze instelling vast met de
klemschroef.
Als u dit met beide schaalringen heeft gedaan,
kunt u de basisinstelling op de schietafstand
na elke wijziging van de verstelling betrouw-
baar weer op de 0-positie terugzetten zonder
iets te hoeven onthouden of noteren.
van vergrotIng wIsselen
Door aan instelring 4. te draaien, wijzigt u de
vergroting – naar rechts voor zwakkere
vergroting, naar links voor sterkere. Dankzij
nokje 4.a is de oriëntatie in het donker
eenvoudiger: als deze naar boven wijst, staat
de middelste vergroting ingesteld, wat op
6-voudig neerkomt in het geval van de Leica
ER 3-12 x 50.
35