Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Geschikte Vliegomgeving; Vliegen Voorbereiden; Vliegen Starten En Quadrocopter Besturen; Vliegen Starten (Afb. H) - lidl IAN 311499 Gebrauchsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8

Geschikte vliegomgeving

De volgende voorwaarden waarborgen een
omgeving voor een optimale vlucht:
• Nagenoeg windstille omgeving tot
windkracht 3.
• Controleer voor het vliegen de lokale
weersverwachting op actuele en komende
veranderingen.
• Personen moeten bij het starten een
veiligheidsafstand van 5 m tot de quadrocopter
in acht nemen.
• Let voor het vliegen op obstakels en verwijder
deze indien nodig. Houd de voorgeschreven
afstand (> 5 m) aan.
• Houd in de omgeving veranderende
omstandigheden in de gaten, zoals
voetgangers, fietsers of verkeer/voertuigen.
• Zoek een groot, open en ruim gebied zonder
obstakels. Let hierbij met name op gebouwen,
mensenmassa's, hoogspanningsleidingen en
bomen.
• Voor kunstvluchtelementen, zoals loopings,
moet in alle richtingen een vrije ruimte van
ca. 10 m beschikbaar zijn.
• Let erop dat u de quadrocopter gebruikt in
een droge, neerslagvrije omgeving. Vlieg niet
bij slechte of vochtige weersomstandigheden
(bijv. bij sneeuwval, nevel of 's nachts). De
quadrocopter mag alleen worden gebruikt in
heldere, onveranderlijke omstandigheden.
• De gebruikstemperatuur moet tussen 10 °C en
45 °C liggen.
• Neem tevens de beperkingen van
dronerichtlijnen ten aanzien van verboden
gebieden in acht (zie het hoofdstuk
"Veiligheidstips").

Vliegen voorbereiden

Let voordat u met de quadrocopter (1) gaat
vliegen op het volgende:
1. Plaats de quadrocopter (1) om te beginnen op
een vlakke ondergrond, zodat de hoogtesensor
correct werkt.
AANWIJZING: de aan-uitschakelaar (1d)
bevindt zich boven op de quadrocopter (1).
2. Beweeg de gas- (2h) en stuurhendel (2l) altijd
langzaam, voorzichtig en met gevoel.
AANWIJZING: na het bewegen springt
de gas- en stuurhendel weer naar het
midden terug en stijgt/daalt de quadrocopter tot
een bepaalde hoogte waar hij blijft hangen.
3. Blijf tijdens het gebruik voortdurend naar de
quadrocopter (1) kijken!
PAS OP: houd de quadrocopter tijdens
het vliegen altijd binnen zichtafstand!
4. Hang geen lasten aan de quadrocopter (1).
PAS OP: controleer voor elke vlucht of de
rotorbescherming (1c) (afb. B) correct is
geplaatst en onbeschadigd is.
Anders bestaat het gevaar dat de rotorbladen
(1a), (1b) tijdens de vlucht beschadigd raken en
tot letsel kunnen leiden.
Vliegen starten en
quadrocopter besturen
Let tijdens het vliegen op te voorzien onjuist
gebruik door:
• plotseling optredende weersveranderingen
• plotseling optredende windveranderingen
(windstoten)
• verlies van zichtafstand
• directe invloed van de zon (oververhitting,
beperking van het zicht met verlies van de
vliegcontrole)

Vliegen starten (afb. H)

1. Schakel de quadrocopter (1) met de schakelaar
(1d) uit.
2. Druk op de aan-uitschakelaar (2a) op de
afstandsbediening (2). De velden op het
display (2j) knipperen.
AANWIJZING: schakel altijd eerst de
afstandsbediening (2) in.
3. Plaats de accu (3) in de quadrocopter (1).
4. Druk op de aan-uitschakelaar (1d). De
controlelampjes (1g) van de quadrocopter (1)
knipperen en er klinkt een signaaltoon uit de
afstandsbediening (2).
5. Beweeg de gashendel (2h) helemaal naar
voren en vervolgens helemaal naar achteren.
AANWIJZING: door deze procedure
wordt een verbinding tot stand gebracht
tussen de quadrocopter (1) en de
afstandsbediening (2).
NL/BE
55

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis