Fronius Symo Hybrid Installation Seite 13

VeiligheidΝσL
WAARSCHUWIσύΞΝτnjuiste bediening en onjuist uitgevoerde werkzaamheden kunnen ernstig lichaά
melijk letsel en zware materiële schade veroorzakenέ ώet hybride systeem mag alleen door geschoold
personeel en uitsluitend in het kader van de technische voorschriften in bedrijf worden gesteldέ δees
voor de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de gebruiksaanwijzingέ
WAARSCHUWIσύΞΝEen elektrische schok kan dodelijk zijnέ ύevaar door netspanning en ϊωάspanning
van zonnemodules die aan licht zijn blootgesteldέ
ά Zorg er vóór alle aansluitwerkzaamheden voor dat de χωά en ϊωάzijde van de inverter spanningsά
loos zijnέ
ά ϊe apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare stroomnet
worden aangeslotenέ
WAARSCHUWIσύΞΝEen elektrische schok kan dodelijk zijnέ ύevaar door netspanning en ϊωάspanning
van zonnepanelen of van de accuέ
ά ϊe ϊωάhoofdschakelaar dient uitsluitend voor het stroomloos schakelen van de vermogensmoduleέ
ψij uitgeschakelde ϊωάhoofdschakelaar staat het aansluitpaneel nog altijd onder spanningέ
ά χlle onderhoudsά en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan worden uitgevoerd, wanneer de
vermogensmodule en het aansluitpaneel van elkaar zijn gescheidenέ
ά ϊe voedingseenheid mag alleen in spanningsloze toestand van de montagesteun worden verwijά
derdέ
ά τnderhoudsά en reparatiewerkzaamheden aan de vermogensmodule van de inverter mogen uitsά
luitend worden uitgevoerd door servicemedewerkers die door όronius zijn getraindέ
WAARSCHUWIσύΞΝEen elektrische schok kan dodelijk zijnέ ύevaar door restspanning van condensaά
torenέ τntlaadtijd van condensatoren afwachtenέ ϊe ontlaadtijd bedraagt η minutenέ
WAARSCHUWIσύΞΝEen ontoereikende randaardeverbinding kan ernstig lichamelijk letsel en zware
materiële schade veroorzakenέ ϊe schroeven van de behuizing vormen een geschikte randaardeverbinά
ding voor het aarden van de behuizing en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouά
wbare aardedraad worden vervangen!
VττRZICHTIύΞΝKans op beschadiging van de inverter door vuil of water bij de aansluitklemmen en conά
tacten van het aansluitpaneelέ
ά ψij het boren erop letten dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluitgedeelte niet vuil of
nat wordenέ
ά ϊe montagesteun zonder voedingseenheid heeft niet de beschermingsklasse van de gehele inverά
ter en mag daarom niet zonder voedingseenheid worden gemonteerdέ
εontagesteun bij het monteren tegen vuil en vocht beschermenέ
VττRZICHTIύΞΝRisico op beschadiging van de inverter door niet volledig aangedraaide aansluitklemά
menέ σiet volledig aangedraaide aansluitklemmen kunnen thermische schade aan de inverter veroorzaά
ken en uiteindelijk leiden tot brandέ δet er bij het aansluiten van de χωά en ϊωάkabels op dat alle
aansluitklemmen stevig zijn aangedraaid met het aangegeven aanhaalmomentέ
VττRZICHTIύΞΝRisico op beschadiging van de inverter door overbelastingέ
ά Sluit maximaal γβ χ op een enkele ϊωάspanningsklem aanέ
ά Sluit de kabels ϊω+ en ϊωά aan op de correcte polen van de aansluitklemmen ϊω+ en ϊωά van de
inverterέ
ά ϊe ϊωάingangsspanning mag maximaal 1έίίί V ϊω bedragenέ
τPMERKIσύΞΝψeschermingsklasse IP θη geldt alleen als
ά de inverter op de montagesteun is aangebracht en goed op de montagesteun vastgeschroefd,
ά de afdekking van het gegevenscommunicatiegedeelte op de inverter is gemonteerd en vastgeά
schroefdέ
Voor de montagesteun zonder inverter geldt beschermingklasse IP βί!
1γ