Montage - TMC REEF-Flow serie Installations- Und Bedienungsanleitungen

REEF-Flow instructions v1-2015_Layout 1 11/03/2015 17:26 Page 24
INLEIDING
De REEF-FLOW–pomp is ontworpen om de natuurlijke stromingen na te bootsen die in
koraalriffen voorkomen. Met behulp van de meegeleverde regelaar kunt u uit een aantal
verschillende golfpatronen kiezen.
Dankzij de opbouw met hoofdunits/nevenunits kunnen meerdere pompen draadloos door de
hoofdregelaar worden bestuurd. Hierbij is het debiet van elke nevenpomp afzonderlijk instelbaar
en de hoofdpomp regelt de golfpatronen voor alle pompen.
Een nachtsensor neemt waar wanneer het lichtniveau daalt en zorgt voor een lager debiet van de
pomp waardoor het water langzamer beweegt, hetgeen typerend is voor nachtelijke stromingen.
Hierdoor krijgen koralen betere voeding, ontstaat er variatie in de stroming in het aquarium en
wordt voorkomen dat vangarmen te lang worden.
De drukknop "voertimer" zorgt 10 minuten lang voor een langzame waterstroming zodat de
vissen gevoerd kunnen worden.

MONTAGE

1. Zorg ervoor dat de glazen oppervlakken waarop u de magneten wilt aanbrengen, schoon zijn,
breng de magnetische antivibratie-noppen in de gewenste positie aan beide zijden van het glas
aan en let erop dat de voedingskabel het aquarium op een geschikte plek verlaat om de
regelaar aan te kunnen sluiten.
Opmerking: het glas mag maximaal 15mm dik zijn.
Handige tip: U kunt van de zwakke zuigende werking van de magnetische antivibratie-noppen
in het aquarium gebruikmaken om de pomp voor korte tijd op zijn plaats te houden, zodat u
intussen de magneet aan de andere kant aan kunt brengen.
2. Plaats de regelaar bovenop of dichtbij het aquarium (vergeet daarbij de druppellus niet), op
een droge plek die niet vochtig is. Plaats de regelaar niet in het kastje met de pompbak,
aangezien dit te vochtig kan zijn. Sluit de gelijkstroomplug van de regelaar aan op de
gelijkstroomaansluiting van de pomp.
3. Sluit de voedingseenheid nog niet op het stroomnet aan. Sluit eerst de gelijkstroomplug van de
voedingseenheid aan op de gelijkstroomingang van de regelaar.
4. Controleer of de pomp helemaal is ondergedompeld en alle aansluitingen zijn gemaakt. Steek
dan de stekker van de voedingseenheid in het stopcontact. De pomp zal volgens de laatste
instellingen beginnen te werken.
Handige tip: De regelaar heeft een geheugenfunctie, zodat de instellingen ook bij stroomuitval
opgeslagen blijven.
21