Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Interlogix DD66 serie Installation Seite 25

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 9
Bewegende of trillende voorwerpen, zoals ventilatoren,
verwarmingen of airconditioners
UTC Fire & Security adviseert om regelmatig een looptest van
de detector uit te voeren en het resultaat op het controlepaneel
te verifiëren.
De detector installeren
1.
Verwijder de bevestigingsplaat (zie figuur 2, item 1).
2.
Maak gebruik van de montagegaten om de
bevestigingsplaat in de juiste positie op het plafond te
monteren. Gespecificeerde montagehoogte: min. 2,5 m —
max. 5,0 m. Zie figuur 2, item 2. Gespecificeerde schroef:
DIN 7996, 4 mm.
U kunt het detectiepatroon maximaal ±15° (max. 30°)
3.
aanpassen door de bevestigingsplaat rond te draaien
voordat u de schroeven vastdraait.
4.
Bedraad de detector (zie figuur 2, 3, 6).
De gevoeligheid neemt af wanneer de detector buiten de
opgegeven montagehoogte (2,5 tot 5,0 m) geplaatst
wordt. Het korte bereik kan liggen tussen 12 en 14 meter
en het groot bereik kan liggen tussen 20 en 22 meter
afhankelijk van de montagehoogte.
Opmerking:
De pijl (figuur 2, item 4) geeft de richting van
het middelste gordijn en de actieve richting aan wanneer
schakelaar 4 is "UITGESCHAKELD".
5.
Selecteer de gewenste instellingen voor de jumper en de
DIP-schakelaars (zie figuur 7). Zie het gedeelte "De
detector instellen" voor meer informatie.
6.
Gebruik voor het installeren van de detectormodule op de
bevestigingsplaat de schroeven die voor het transport in
de bevestigingsplaat zijn geplaatst (zie figuur 2, item 5).
De gordijnvelden 1—9 worden op de bevestigingsplaat
aangeduid (zie figuur 2, item 6) (Gordijn 5 is het middelste
gordijn).
De detectiepatronen selecteren
Als u toegang tot de spiegel wilt, draai dan de schroeven los
(figuur 2, item 7) en open de detectorbehuizing (figuur 2,
item 8). Maskeer de juiste spiegelsegmenten met de
meegeleverde plaklabels en monteer de detectorbehuizing
opnieuw. Bijvoorbeeld: zie figuur 8 voor het spiegelsegment
dat overeenkomt met gordijn 4 en 8 gemaskeerd.
De detector instellen
Zie figuur 7 voor informatie over de jumperposities in de
detector.
J1: Instellen LEDs
AAN: Beide LED's op de detector blijven altijd ingeschakeld.
UIT: Beide LED's op de detector altijd uit.
Verwijderd: Beide LED's worden aangestuurd door de ingang
Looptest en In/uitschakelen en activeert de geheugen functie
in de detector. In de volgende situatie is de radar
uitgeschakeld voor de DD66X detectors en in antimaskering
modus voor de DD66XAM detectors: als het systeem
uitgeschakeld is en de Looptest ingang niet actief is. In deze
situatie werkt de detector als een PIR alleen.
P/N 146249999-5 (ML) • REV G • ISS 28FEB19
J2 Dubbele lus
Hiermee stelt u het alarm en sabotage in als twee weerstand
applicatie. Hierdoor kunt u de detector aansluiten op alle
inbraak panelen (zie figuur 3 en 6).
SW 1: Polariteit van controlespanning (CV) instellen
AAN: "Actieve hoge" biedt de standaard UTC Fire & Security-
logica met "Actieve hoge"-logica om de ingangen Looptest
(W/T) en Dag/nacht (D/N) en remote test in te schakelen
(fabrieks instelling).
UIT: "Actieve lage" biedt "Actieve lage"-logica om de ingangen
Looptest en Dag/nacht en remote test in te schakelen.
SW 2: Ongebruikt
SW 3: Detectorbereik
U kunt het radarbereik selecteren tussen 20 ±0,5 m
en 12 ±0,5 m.
Opmerking:
Alleen het radarbereik wordt verminderd, niet het
PIR-gedeelte.
SW 4: Detectiedekking
U kunt een detectiebereik selecteren tussen 360 graden voor
normaal gebruik en 180 graden voor speciaal gebruik.
Opmerking:
Alleen het PIR-bereik wordt aangepast.
SW 5 (alleen AM-detectoren): Wanneer AM (antimaskering)
of TF (technische fout) melden
Opmerking:
Dipswitch 5 functioneert alleen wanneer J1
(Instellen LEDs) is verwijderd.
AAN: Alleen dagmode. AM of TF alleen melden wanneer het
systeem in de dagmode staat. Voldoet aan EN 50131-2-4
(fabrieksprogrammering).
UIT: Dag/Nacht-mode. Altijd antimaskering of technische
storing tijdens Dag mode en Nacht mode..
SW 6 (alleen AM-detectoren): AM-gevoeligheid
AAN: Een hogere AM-gevoeligheid selecteren (NEN 50131).
UIT: De standaard AM-gevoeligheid selecteren
(fabrieksprogrammering).
Bij een hoge AM gevoeligheid wordt een minimale
montagehoogte van 3 meter geadviseerd.
SW 7 (alleen AM-detectoren): De AM/TF-uitgang
Opmerking:
Dipswitch 7 functioneert alleen wanneer J1
(Instellen LEDs) is verwijderd.
Het systeem zal alleen een AM-alarm resetten als is
geconstateerd wat de oorzaak van het AM-alarm is. Als de
AM-schakeling niet kan terugkeren naar het oorspronkelijke
referentieniveau, dan is de detector nog steeds gemaskeerd of
mogelijk beschadigd. De eigenaar moet vervolgens visueel
controleren of de detector nog steeds volledig functioneel is.
AAN: Na looptest. Als een (dubbel) bewegings-alarm is
gegenereerd, wordt de AM- of TF-status na een
onderbrekingsperiode van 40 seconden gereset.
UIT: Geauthoriseerd reset. De AM- of TF-status wordt opnieuw
hersteld na een (dubbel) bewegingsalarm, mits ingesteld op
een dag- en loopteststatus. De gele LED wordt uitgeschakeld
en het systeem wordt gereset (fabrieksprogrammering).
resetten
25 / 40

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Dd669Dd666-dDd669amDd666am-d

Inhaltsverzeichnis