Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Interlogix ATS1210E Installationsanleitung Seite 14

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für ATS1210E:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
2012/19/EU (Direttiva WEEE): I prodotti
contrassegnati con questo simbolo, non possono
essere smaltiti nei comuni contenitori per lo
smaltimento rifiuti, nell' Unione Europea. Per il
loro corretto smaltimento, potete restituirli al
vostro fornitore locale a seguito dell'acquisto di un
prodotto nuovo equivalente, oppure rivolgervi e
consegnarli presso i centri di raccolta preposti.
Per maggiori informazioni vedere:
www.recyclethis.info
Informazioni di contatto
www.utcfireandsecurity.com o www.interlogix.com
Per l'assistenza clienti, vedere www.utcfssecurityproducts.it
NL: Installatie instructies
Beschrijving
ATS1210(L)E en ATS1211E zijn acht ingangen DI's voor het
ATS systeem.
Montage van de module
De DI print kan gemonteerd worden in iedere bestaande
behuizing van de ATS serie die het BB formaat ondersteund.
De DI kan ook gemonteerd worden in één van de volgende
losse behuizingen: ATS1644 (plastic), ATS1647 (groot, plastic)
en de ATS1643 (metaal). De behuizingen met montagegaten
(items 1) zijn weergegeven in Figuur 2 tot 4. Items 2 en 3
geeft het montagegat voor het afneem sabotagecontact weer.
Alle maatvoeringen zijn in mm.
Figuur 2: ATS1643 kleine metalen behuizing
Figuur 3: ATS1644 kleine plastic behuizing
Figuur 4: ATS1647 grote plastic behuizing
(1) Behuizing montagegaten
(2) Montagegaten voor ST580 sabotageschakelaar
(3) Montagegaten voor afneem sabotageschakelaar
Bekabeling
J1: Databus en sabotage aansluiting
COMMS +, −: 12 VDC voedingsspanning. Het verdient
aanbeveling een afzonderlijke voeding te gebruiken bij een
afstand van meer dan 100 meter tussen een ATS1220 en het
dichtstbijzijnde andere apparaat op de systeemdatabus.
COMMS D+, D−: Positieve en negatieve signaalaansluitingen
van de systeemdatabus. Units kunnen maximaal 1,5 km
verwijderd zijn van het 4-liften DI of het ATS-controlepaneel,
afhankelijk van het gebruikte type kabel. Zie voor de details de
installatiehandleiding van het ATS-controlepaneel.
TAMP T, C: Sluit de sabotagecontacten voor de behuizing aan
op deze aansluitingen (een sabotagecontact vereist 'normaal
open' contacten).
Zie Advisor Master Installatie Handleiding of Advisor Advanced
ATSx500A Installatie en Programmeer Handleiding voor meer
info.
14 / 24
J5/J6: Ingangen aansluiting
Elke ingang dient afgesloten te worden met een 4.7 kΩ
eindelijnsweerstand (1 of 2 stuks, afhankelijk van de
programmering van enkellus- of dubbellus- principe op het
ATS-controlepaneel).
J2: Uitgangen uitbreiding
+12 VDC voeding en open collector- of signaaloutput voor
aansluiting op de ATS1810, ATS1811 and ATS1820
outputkaarten via de 10-voudige kabel die meegeleverd is met
de outputkaart. Er zijn maximaal zestien outputs beschikbaar
met 8-voudige relais of 16-voudige open collectorkaarten (4-
wegsvoudige en 8/16-wegsvoudige outputkaarten kunnen niet
tegelijk op één DI gebruikt worden).
J7: Ingangen uitbreiding
Aansluiting voor ATS1202 ingangen uitbreiding.
J12: Aarde-aansluiting
Aardleidingen van alle apparaten dienen op één systeemaarde
aangesloten te worden. Zie Advisor Master Installatie
Handleiding of Advisor Advanced ATSx500A Installatie en
Programmeer Handleiding voor meer info.
Jumpers en DIP switchen
J3: Interne/externe sabotage jumper
INT (zie Figuur 1, item 1): De voorzijde en achterzijde
sabotageschakelaars van de print worden gebruikt (in
combinatie met de ATS1644 plastic behuizing).
EXT (zie Figuur 1, item 2): Sabotageaansluiting op aansluiting
J1 (T, C) worden gebruikt voor een externe
sabotageschakelaar (in combinatie met de ATS1643 en
ATS1647 behuizingen).
J11: TERM jumper
De "TERM" jumper is geplaatst op de eerste module en de
laatste module op de systeem databus. In een "ster" bedrade
configuratie, de "TERM" jumper is alleen geplaatst op de
modules aangesloten op het einde van de twee langste
systeem databus kabellengtes.
ADRES: DIP switch
DIP schakelaar 1 tot 4 worden gebruikt om het DI nummer in te
stellen. Zie Figuur 1 voor meer details.
LED's
Rx: De LED knippert om aan te geven dat er pollgegevens
ontvangen worden op de systeemdatabus van het Advisor
Master-controlepaneel. Als de LED niet knippert, dan is het
controlepaneel niet in bedrijf of de databus is defect (meestal
deeen bedradingsfout).
Tx: De LED knippert om aan te geven dat het DI reageert op
het pollen vanuit het Advisor Master-controlepaneel. Indien de
Rx-LED wel knippert en de Tx-LED niet, dan is het DI niet
geprogrammeerd op het controlepaneel voor pollen, of het is
onjuist geadresseerd.
P/N 1077869 (ML) • REV C • ISS 22MAY19

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Ats1210lAts1211e

Inhaltsverzeichnis