Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Water Vullen; Isoleren Van De Leidingen; Lokale Bedrading - Daikin Altherma EDHQ011AA6V3 Installationsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Altherma EDHQ011AA6V3:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 36
Bij het gebruik van leidingen van een ander metaal dan
messing, moeten beide materialen van elkaar worden
geïsoleerd om galvanische corrosie te voorkomen.
Omdat
messing
een
zacht
materiaal
is,
moet
u
watercircuit
met
het
gereedschap
aansluiten. Het
verkeerde gereedschap zou de
leidingen beschadigen.
De unit mag alleen in een gesloten-watersysteem
worden gebruikt. Gebruik in een open-watercircuit kan
leiden tot overmatig roesten van de waterleiding.
Gebruik nooit onderdelen met een zinklaag in het
watercircuit. Deze onderdelen zouden sterk kunnen
corroderen omdat het interne watercircuit van de unit
koperen leidingen bevat.
LET OP
Wanneer in het watercircuit een 3-wegsklep wordt
gebruikt.
Gebruik bij voorkeur een 3-wegsklep van het
kogeltype voor een volledige scheiding tussen het
circuit voor warm water voor huishoudelijk gebruik
en het circuit voor water voor de vloerverwarming.
Wanneer in het watercircuit een 3-wegsklep of
een 2-wegsklep wordt gebruikt.
De aanbevolen maximum omschakeltijd van de
klep moet minder dan 60 seconden bedragen.
Bescherming van het watercircuit tegen vorst
Vorst kan de unit beschadigen. Daarom kan het watercircuit in
streken met een koud klimaat worden beschermd door toevoeging
van glycol aan het water. Deze unit is standaard al uitgerust met een
vorstbeveiligingsfunctie. Zie paragraaf "[4-04] Vorstbeveiligings-
functie:" op pagina 24
Zorg dat het watersysteem gevuld is met een gewichtsconcentratie
van glycol overeenkomstig de laagste verwachte temperatuur, zoals
vermeld in onderstaande tabel.
Minimale
buitentemperatuur
Ethyleenglycol
–5°C
–10°C
–15°C
–20°C
(a) Bij installaties met een tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik mag
geen ethyleenglycol worden gebruikt.
Zie ook "Controle vóór eerste opstart" op pagina 21.

Water vullen

1
Sluit de watertoevoer aan op een aftap- en vulkraan (zie
"Hoofdcomponenten" op pagina 9).
2
Zorg ervoor dat de automatische ontluchtingsklep open staat
(minstens 2 draaien).
3
Vul met water totdat de manometer een druk aangeeft van ca.
2,0 bar. Verwijder zoveel mogelijk lucht uit het circuit met behulp
van de ontluchtingskleppen. Door lucht in het watercircuit zou de
backupverwarming slecht kunnen werken.
4
Open de drukveiligheidsklep om te controleren of het vat van de
backupverwarming gevuld is met water. Uit de klep moet water
komen.
E(D/B)(H/L)Q011~016AA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW51121-1A
het
juiste
(a)
Propyleenglycol
10%
15%
25%
25%
35%
35%
45%
45%
LET OP
Tijdens het vullen van het systeem kan wellicht
niet alle lucht eruit worden verwijderd. De
resterende
lucht
automatische
eerste werkingsuren van het systeem. Achteraf
kan extra water moeten worden bijgevuld.
De waterdruk op de manometer varieert volgens
de watertemperatuur (hogere druk bij hogere
watertemperatuur).
De waterdruk moet echter altijd boven 0,3 bar
blijven om te voorkomen dat lucht in het circuit
terechtkomt.
Een teveel aan water kan door de unit via de
drukveiligheidsklep worden afgevoerd.
De waterkwaliteit moet conform EN richtlijn
98/83 EG zijn.

Isoleren van de leidingen

Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moeten geïsoleerd
zijn om condensvorming tijdens het koelen en afname van de koel-
en verwarmingscapaciteit te voorkomen, alsook om te voorkomen
dat de externe waterleidingen in de winter zouden bevriezen. Het
afdichtingsmateriaal moet minstens 13 mm dik zijn met λ = 0,0036
om te voorkomen dat de externe waterleiding bevriest.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtigheid
meer dan 80% bedraagt, moet het afdichtingsmateriaal ten minste
20 mm dik zijn om condensatie op het oppervlak van de afdichting te
voorkomen.

Lokale bedrading

WAARSCHUWING
Een hoofdschakelaar of een andere manier om te
onderbreken, met een contactscheiding in alle polen,
moet voorzien zijn in de vaste bedrading in
overeenstemming met de toepasselijke lokale en
nationale wetgeving.
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen
uitvoert.
De bedrading ter plaatse en de montage van de
componenten moeten worden uitgevoerd door een
erkend elektricien en in overeenstemming zijn met de
geldende Europese en nationale reglementeringen.
De bedrading ter plaatse moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met het bedradingsschema dat met
de unit is meegeleverd en met de onderstaande
instructies.
Gebruik een afzonderlijke voeding. Deel dus nooit
een voeding met een ander toestel.
Zorg voor een aarding. Aard het toestel niet op een
nutsleiding,
een
telefoonaarding. Onvolledige aarding kan elektrische
schokken veroorzaken.
Installeer een aardlekbeveiliging (30 mA). Anders
bestaat het gevaar dat iemand een elektrische schok
krijgt.
wordt
verwijderd
via
de
ontluchtingskleppen
tijdens
de
spanningsbeveiliging
of
een
Montagehandleiding
13

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis