RIDGID K-400 Bedienungsanleitung Seite 95

6. Controleer of het waarschuwingsplaatje aanwezig is en of het
stevig vastzit en leesbaar is. Gebruik de afvoerontstoppings-
machine niet zonder het waarschuwingslabel. Zie figuur 7.
Figuur 7 – Waarschuwingslabel - motor
7. Controleer de riembescherming om er zeker van te zijn
dat deze stevig bevestigd is aan de afvoerontstoppings-
machine. Niet gebruiken zonder gemonteerde bescher-
ming. Zie figuur 1.
8. Verwijder eventueel vuil van de veer en de gereedschap-
pen. Controleer veren op slijtage en schade. Controleer op
• Slijtage - slijtage is te herkennen aan de vlakke slijt-
plekken op de buitenkant van de veer. Veren zijn ge-
maakt van rond draad en de buitenkant van de veer
moet rond zijn als het draadprofiel. Wanneer u over-
duidelijke vlakke plekken ziet op de buitenkant van de
veer, is deze versleten en moet hij vervangen worden.
• V eerknikken - wanneer de veer niet perfect recht is,
maar een lichte "golving" vertoont, is dat acceptabel.
Geknikte veren zijn duidelijk gebogen en er kunnen
gaten zitten tussen de veerspiralen. Lichte knikken (tot
15°) kunnen worden gericht, maar alle knikken ver-
zwakken de veer en kunnen defecten aan de veer ver-
oorzaken tijdens gebruik. Veren met meerdere of bui-
tensporig grote knikken moeten worden vervangen.
• R uimte tussen de veerspiralen - ruimte tussen de veer-
spiralen duidt erop dat de veer vervormd is. Dat kan
veroorzaakt zijn door knikken, uitrekken (mechanisch
trekken aan de veer) of de veer in de richting REVERSE
(REV, achteruit) te laten draaien. Veren met ruimte tus-
sen de spiralen moeten worden vervangen.
• B uitensporige corrosie - dat kan worden veroorzaakt
door de veer nat op te bergen of door de veer te ge-
bruiken in corrosieve chemicaliën die gebruikt wor-
den in chemische ontstoppers. Corrosie verzwakt de
veer en kan deze broos maken. Buitensporig gecorro-
deerde veer moet vervangen worden.
K-400 Afvoerontstoppingsmachine
Al die vormen van slijtage en schade verzwakken de veer
en vergroten de kans dat de veer wordt verwrongen,
knikt of breekt tijdens het gebruik. Zorg ervoor dat de
veer volledig opgewikkeld is, waarbij niet meer dan 2"
veer zich buiten de machine bevindt. Dat voorkomt het
slaan van de veer tijdens het opstarten.
9. Inspecteer de gereedschappen op slijtage en schade.
Vervang ze indien nodig alvorens de afvoerontstop-
pingsmachine te gebruiken. Botte of beschadigde
snijwerktuigen kunnen leiden tot blokkeringen of veer-
breuk en vertragen het afvoerschoonmaakproces.
10. Zorg ervoor dat de FOR/OFF/REV-schakelaar in de UIT-
stand staat.
11. Steek de stekker met droge handen in het correct ge-
aarde stopcontact. Test de aardlekschakelaar in het voe-
dingssnoer om na te gaan of hij correct werkt. Wanneer
de testknop wordt ingedrukt, moet de controlelamp
doven. Heractiveer het systeem door de resetknop in
te drukken. Wanneer de controlelamp gaat branden,
werkt de aardlekschakelaar naar behoren. Wanneer de
aardlekschakelaar niet naar behoren werkt, moet u de
stekker uittrekken en mag u de afvoerontstoppingsma-
chine niet gebruiken voordat de aardlekschakelaar is
gerepareerd.
12. Zet de FOR/OFF/REV-schakelaar in de stand FOR (VOORUIT).
Druk op de voetschakelaar en let op de draairichting van de
trommel. Wanneer de machine niet met de voetschakelaar
kan worden bediend, mag u de machine niet gebruiken
voordat de voetschakelaar is hersteld. De trommel moet
linksomdraaien gezien vanaf de voorzijde van de trommel
en moet overeenkomen met de trommeldraairichting die
op het waarschuwingslabel staat aangegeven en de pijlen
die op de trommel zijn gevormd (figuur 8). Laat de voetscha-
kelaar los en laat de trommel helemaal tot stilstand komen.
Plaats de VOORUIT/UIT/ACHTERUIT-schakelaar in de stand
REV (ACHTERUIT) en herhaal de bovenstaande test om te
controleren of de afvoerontstoppingsmachine correct werkt
in de achteruitstand. Wanneer de rotatie niet correct is, mag
de machine niet worden gebruikt, tot hij gerepareerd is.
93