Vaillant aroTHERM plus VWL 35/6 A 230V S2 Installations- Und Wartungsanleitung Seite 145

Installatie- en
onderhoudshandleiding
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.......................................................... 145
1.1 Waarschuwingen bij handelingen...................... 145
1.2 Reglementair gebruik......................................... 145
1.3 Algemene veiligheidsinstructies ........................ 145
1.4 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ........ 146
2 Aanwijzingen bij de documentatie ................. 147
2.1 Documenten ...................................................... 147
2.2 Geldigheid van de handleiding .......................... 147
2.3 Verdere informatie ............................................. 147
3 Productbeschrijving ........................................ 147
3.1 Warmtepompsysteem........................................ 147
3.2 Beschrijving van het product ............................. 147
3.3 Modus koelbedrijf............................................... 147
3.4 Werkwijze van de warmtepomp......................... 147
3.5 Opbouw van het product ................................... 148
3.6 Gegevens op het kenplaatje .............................. 149
3.7 Waarschuwingssticker ....................................... 150
3.8 CE-markering..................................................... 150
3.9 Toepassingsgrenzen ......................................... 150
3.10 Ontdooimodus ................................................... 151
3.11 Veiligheidsinrichtingen ....................................... 151
4 Beschermingsbereik ....................................... 151
4.1 Beschermingsbereik .......................................... 151
4.2 Veilige uitvoering van de condensafvoer........... 152
5 Montage ............................................................ 152
5.1 Leveringsomvang controleren ........................... 152
5.2 Product transporteren ........................................ 153
5.3 Afmetingen......................................................... 153
5.4 Minimumafstanden in acht nemen..................... 154
5.5 Voorwaarden voor het montagetype ................. 154
5.6 Opstelplaats kiezen ........................................... 154
5.7 Montage en installatie voorbereiden.................. 156
5.8 Bodemopstelling ................................................ 156
5.9 Wandmontage ................................................... 156
5.10 Montage op een plat dak ................................... 157
6 Hydraulische installatie................................... 157
6.1 Installatiemethode directe verbinding of
systeemscheiding .............................................. 157
6.2 Waarborging van de minimale
circulatiewaterhoeveelheid ................................ 157
6.3 Vereisten aan hydraulische componenten ........ 157
6.4 Hydraulische installatie voorbereiden................ 157
6.5 Buisleidingen naar product installeren............... 158
6.6 Buisleidingen op het product aansluiten............ 158
6.7 Hydraulische installatie afsluiten ....................... 158
6.8 Optie: product op een zwembad aansluiten ...... 159
0020299004_01 aroTHERM plus Installatie- en onderhoudshandleiding
7 Elektrische installatie ...................................... 159
7.1 Elektrische installatie voorbereiden ................... 159
7.2 Vereisten aan de netspanningskwaliteit ............ 159
7.3 Vereisten aan elektrische componenten ........... 159
7.4 Elektrische scheidingsinrichting......................... 159
7.5 Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren ................................... 159
7.6 Afdekking van de elektrische aansluitingen
demonteren........................................................ 160
7.7 Elektrische leiding afstrippen ............................. 160
7.8 Stroomvoorziening tot stand brengen,
1~/230V ............................................................. 160
7.9 Stroomvoorziening tot stand brengen,
3~/400V ............................................................. 161
7.10 eBUS-leiding aansluiten .................................... 161
7.11 Maximaalthermostaat aansluiten....................... 161
7.12 Toebehoren aansluiten ...................................... 162
7.13 Afdekking van de elektrische aansluitingen
monteren............................................................ 162
8 Ingebruikname ................................................. 162
8.1 Vóór het inschakelen controleren ...................... 162
8.2 Product inschakelen .......................................... 162
8.3 Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren ............................. 162
8.4 CV-circuit vullen en ontluchten .......................... 163
9 Aanpassing aan de installatie ........................ 163
9.1 Instellingen aan de thermostaat van de
binnenunit aanpassen ....................................... 163
10 Overdracht aan de gebruiker.......................... 163
10.1 Gebruiker instrueren .......................................... 163
11 Verhelpen van storingen................................. 163
11.1 Foutmeldingen ................................................... 163
11.2 Andere storingen ............................................... 164
12 Inspectie en onderhoud .................................. 164
12.1 Inspectie en onderhoud voorbereiden ............... 164
12.2 Werkschema en intervallen in acht nemen........ 164
12.3 Reserveonderdelen aankopen .......................... 164
12.4 Manteldelen demonteren ................................... 164
12.5 Beschermingsbereik controleren ....................... 165
12.6 Ontluchtingsklep sluiten..................................... 165
12.7 Product reinigen................................................. 166
12.8 Verdamper, ventilator en condensafvoer
controleren......................................................... 166
12.9 Koelmiddelcircuit controleren ............................ 166
12.10 Koudemiddelcircuit op dichtheid controleren..... 166
12.11 Elektrische aansluitingen en elektrische
leidingen controleren ......................................... 166
12.12 Kleine dempingsvoeten op slijtage
controleren......................................................... 167
12.13 Inspectie en onderhoud afsluiten....................... 167
12.14 Manteldelen monteren ....................................... 167
13 Reparatie en service........................................ 167
13.1 Reparatie- en servicewerkzaamheden aan
het koudecircuit voorbereiden ........................... 167
13.2 Component van het koudemiddelcircuit
demonteren/monteren ....................................... 168
Inhoudsopgave
143