Herunterladen Diese Seite drucken

Vuil Watertank Ledigen; Rijden Met De Machine; Voorbereiding En Waarschuwingen - Comet Spa CRS 102 BT Bedienungsanleitung

Werbung

reinigingsmiddelen te verkrijgen.
9 Voeg het reinigingsmiddel altijd toe nadat het re-
servoir met water is gevuld, om te voorkomen dat
er binnenin schuim wordt gevormd.
10 Laat de waterslang niet onbeheerd achter en
plaats deze geheel in het reservoir: de slang zou
kunnen bewegen en zou gevoelige delen van de
machine nat kunnen maken.
11 Sluit het deksel van het reservoir.
Aftappen van het reservoir met de reinigingsoplos-
sing:
12 Open de klep onderaan aan de achterkant van de
machine (Foto H - 2) en wacht totdat het reservoir
volledig is geleegd.
13 Sluit de aftapkraan.

7.5 VUIL WATERTANK LEDIGEN

Het vuile water moet in overeenstemming met de
nationale regelgeving worden geleegd.
De gebruiker is volledig verantwoordelijk voor de na-
leving van deze regels.
Als de reinigingsoplossing op is, moet de vuilwa-
tertank geleegd worden, alvorens deze opnieuw te
vullen.
In het algemeen kan het vuilwaterreservoir geleegd
worden wanneer nodig, zelfs in de tussenfasen van
de werkcyclus.
• Het vuilwaterreservoir moet voor het opheffen
altijd worden geleegd, om gezondheidsproblemen
voor de operators en schade aan de machine te voor-
komen.
De inhoud van het vuilwaterreservoir is hoger is dan
het reinigingsmiddelvolume, dus een potentieel ge-
vaarlijke situatie voor de zuigmotor zou zich nooit
moeten voordoen. Er is voor de zekerheid altijd een
veiligheidsvlotter aanwezig die de zuigmotor uit-
schakelt als het vuilwaterpeil te hoog is.
• Als er om welke reden dan ook water of schuim
van onder de reservoirs lekt, moet de zuigmotor on-
middellijk worden uitgeschakeld en moet het vuilwa-
terreservoir worden geleegd.
Om het reservoir af te tappen:
Rijd de machine naar een geschikte locatie om het
vuile water af te tappen, bij voorkeur in de buurt van
een toilet of een rioolafvoer (in overeenstemming
met de nationale voorschriften voor de afvoer van
afvalwater).
Schakel de machine uit en verwijder de sleutel uit het
paneel.
Haal de afvoerslang van de haak, houd hem omhoog
en draai de dop los.
Laat de afvoerslang neer in de richting van de gese-
lecteerde afvoer.
Het legen kan wanneer u maar wilt snel worden on-
derbroken, door de afvoerslang omhoog te houden.
Til de deksel en de trechter aan de bovenkant op, om
via de inspectieopening de hoeveelheid vuilresten
in het reservoir te controleren en, indien nodig, de
binnenkant te reinigen.
Plaats de trechter zorgvuldig in de inspectieopening
en sluit de bovenklep, door de vergrendelingshen-
dels na elke inspectie/reiniging aan te draaien. Draai
de afvoerslang met de sluitschroef goed aan en hang
deze aan de steun achter de machine.
• De bovenklep van het reservoir en de dop van
de afvoerslang moeten luchtdicht zijn, anders leidt
het daaropvolgende drukverlies tot afname van de
droogefficiëntie.

7.6 RIJDEN MET DE MACHINE

Selecteer de rijrichting met de vooruit/achteruit hen-
del. Plaats en draai de contactsleutel. Druk met uw
rechtervoet licht op het rijpedaal en rijd de machine
naar zijn bestemming. Schakel de machine uit en
verwijder de sleutels uit het bedieningspaneel. De rij-
richting kan met de hendel vooruit/achteruit worden
gezet, zelfs terwijl het rijpedaal is ingedrukt.
7.7 WERKMETHODE
7.7.1 VOORBEREIDING EN WAARSCHUWIN-
GEN
Verwijder alle vaste vuilresten op het te bewerken
oppervlak (gebruik hierbij geschikt gereedschap,
waaronder stofzuigers, wissers, enz.). Als dit niet ge-
beurt, kan het vaste vuil de vloerwisser belemmeren
om naar behoren te functioneren, waardoor de effici-
entie bij het drogen afneemt. Deze machine mag uit-
sluitend door getraind personeel worden bestuurd
7.7.2 BESTURINGSELEMENTE
-14
Contactsleutel, om de machine in en uit te
schakelen.
15 Richtingshendel, om voorwaarts of achterwaarts
bewegen te selecteren.
16
Snelheidsregelaar, om de maximale werksnel-
heid met volledig ingedrukt pedaal te kiezen.
17 Borstelschakelaar, voor het inschakelen van de bor-
stel-rotatiemotor.
18
Schakelaar borstelstand, om de borsteleen-
heid aan/van de vloer omlaag (werkpositie) of om-
hoog (stand rust/beweging) te brengen.
19 Zuigschakelaar, voor het inschakelen van de zuig-
motor.
20
Vloerwisserstanden, om de vloerwisser om-
laag (positie werk) of omhoog (stand rust/beweging)
te plaatsen.
21
Noodschakelaar, om alle geprogrammeerde
handelingen te stoppen/te herstarten.
22
Rechter rijpedaal, om de machine te verplaat-
sen.
23
Hendel voor het afstellen van de oplossings-
afgifte, waarmee de hoeveelheid (maximaal naar
boven, minimaal naar beneden) reinigingsoplossing,
die wordt toegepast op de vloer, te regelen.
127

Werbung

loading