Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Monacor PA-1200M Bedienungsanleitung Seite 8

Ela-audio-monitor
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PA-1200M:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

NL
Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
1 Bedieningselementen en
aansluitingen
1.1 Frontpaneel
1 6,3 mm-jack voor aansluiting van een hoofdtele-
foon met een impedantie van minstens 32 Ω
2 Luidspreker (wordt bij gebruik van de hoofdtele-
foon uitgeschakeld)
3 LED-uitlezing voor de ingangssignalen van de
monitoringangen (13)
4 Niveauregelaars om de gevoeligheid van elke
niveau-LED aan te passen aan het overeenkom-
stige nominale niveau van de versterkeruitgang
5 Niveauregelaar voor voorbeluisteringsvolume van
luidspreker en hoofdtelefoon
6 Draaischakelaar om de signaalbron te selecte-
ren, die u wenst voor te beluisteren (OFF-stand,
monitoringangen 1 tot 10 en lijningang AUX)
7 POWER-schakelaar (enkel bij netvoeding)
8 POWER-LED
1.2 Achterzijde van het toestel
9 Netconnector voor werking op 230 V~/50 Hz
10 Houder voor de netzekering;
vervang een gesmolten zekering uitsluitend door
een zekering van hetzelfde type
11 Schroefklemmen* voor een noodstroomvoeding
van 24 V
12 Schroefklemmen* voor de gebalanceerde lijnin-
gang AUX (0 dBm)
13 Schroefklemmen* voor de monitoringangen 1 – 10
*De schroefklemmen kunnen voor een makkelijker mon-
tage uit de stekkeraansluiting van het apparaat verwij-
derd worden.
5.2 Signaalbronnen met lijnniveau
Verbind de gebalanceerde uitgang van een signaal-
bron met lijnniveau (0 dBm) met de AUX-ingang (12).
Daarbij is de klemmenconfiguratie als volgt:
"+"
= signaal +
"-"
= signaal -
"G"
= massa/kabelafscherming
Bij gebruik van een ongebalanceerde signaalbron
stuurt u het signaal naar de "+"-klem. Verbind de
klemmen "-" en "G" met de kabelafscherming.
5.3 Hoofdtelefoon
Om voor te beluisteren via een hoofdtelefoon sluit u
deze aan op de 6,3 mm-jack (1). De ingebouwde
luidspreker (2) wordt daardoor uitgeschakeld. De
impedantie van de hoofdtelefoon moet minstens
32 Ω bedragen.
5.4 Netvoeding en noodstroomvoeding
Pas na aansluiting van alle andere componenten
sluit u de versterker aan op de voedingsspanning.
1) Wil u dat het apparaat bij een stroomonderbre-
king blijft werken, sluit dan op de klemmen DC
POWER (11) een 24 V-accumulator aan.
Opmerking: Bij aangesloten noodstroomvoe-
ding kunt u het apparaat niet uitschakelen met de
netschakelaar POWER (7). U kunt enkel
omschakelen tussen netvoeding en noodstroom-
voeding. Het toestel schakelt in bij verbinding
met de voedingsspanning. Stel de niveaurege-
laar voor het voorbeluisteringsvolume (5) daarom
in op de stand "0".
2) Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de jack (9) en plugt u het snoer in een
stopcontact (230 V~/50 Hz).
8
2 Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel is in overeenstemming met de EU-richtlijn
89/336/EWG voor elektromagnetische compatibili-
teit en 73/23/EEG voor toestellen op laagspanning.
B
De netspanning (230 V~) van het toestel is
levensgevaarlijk. Open het toestel niet, want
door onzorgvuldige ingrepen loopt u het
risico van een elektrische schok. Bovendien
vervalt elke garantie bij het eigenhandig ope-
nen van het toestel.
Opgelet! De spanning op de monitoringan-
gen (13) is levensgevaarlijk bij gebruik van
de PA-installatie met een spanning van meer
dan 48 V op de luidsprekerkabels. Sluit de in-
gangen van de PA-1200M uitsluitend aan
resp. verander ze uitsluitend, wanneer de
volledige PA-installatie uitgeschakeld is.
Let eveneens op het volgende:
Het toestel is enkel geschikt voor gebruik bin-
nenshuis. Vermijd uitzonderlijk warme plaatsen en
plaatsen met een hoge vochtigheid (toegestaan
omgevingstemperatuurbereik: 0 – 40°C).
Schakel het toestel niet in resp. trek onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact, wanneer:
1. het toestel of het netsnoer zichtbaar bescha-
digd zijn,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het
toestel bijvoorbeeld gevallen is,
3. het toestel slecht functioneert.
Het toestel moet in elk geval hersteld worden door
een gekwalificeerd vakman.
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact.
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een droge,
zachte doek. Gebruik in geen geval chemicaliën
of water.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of her-
stelling door een niet-gekwalificeerd persoon ver-
valt de garantie bij eventuele schade.
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf genomen
wordt, bezorg het dan voor verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.
6 De PA-geluidsmonitor bedienen
6.1 Inschakelen
Alvorens het apparaat in te schakelen, plaatst u de
niveauregelaar LEVEL (5) in de stand "0". Schakel
pas dan de PA-geluidsmonitor in met de POWER-
schakelaar (7). De POWER-LED (8) licht op.
Bij aansluiting van een noodstroomvoeding licht de
POWER-LED continu op, en de monitor is steeds in
werking. Met de POWER-toets kunt u dan enkel tus-
sen netvoeding en noodstroomvoeding schakelen.
Voor het normale gebruik schakelt u met de POWER-
toets naar de netvoeding (schakelaarstand zoals in
figuur 1). Bij een stroomonderbreking schakelt het
toestel automatisch over op noodstroomvoeding.
6.2 Het ingangsniveau aanpassen
Stel met de niveauregelaars RANGE (4) de niveaus
van de afzonderlijke monitoringangen in, zodat de
overeenkomstige uitsturingsweergave (3) bij een
maximaal signaal tot aan "0" oplicht. Als oriëntering
kan u de spanningswaarden gebruiken die naast de
niveauregelaar staan en met het nominale niveau
van de versterkeruitgangen overeenkomen.
6.3 De signaalbron selecteren
Selecteer met de draaischakelaar SELECTOR (6) de
signaalbron die ter controle voorbeluisterd moet wor-
den. U kan selecteren uit de monitoringangen 1 tot
10 (13) en de AUX-ingang (12). In de stand OFF is
de luidspreker resp. de hoofdtelefoon uitgeschakeld.
6.4 Het voorbeluisteringsvolume instellen
Stel met de niveauregelaar LEVEL (5) het gewenste
voorbeluisteringsvolume in voor de weergave van
het geselecteerde signaal via de ingebouwde luid-
spreker of de hoofdtelefoonaansluiting.
3 Toepassingen
De PA-geluidsmonitor PA-1200M dient voor de
akoestische en visuele controle van audiosignalen
bij geluidsinstallaties met maximaal tien zones. Het
signaalniveau wordt in vijf trappen voor elke zone
afzonderlijk weergegeven. De gevoeligheid van de
niveauweergave kan u voor elke monitoringang re-
gelen in functie van het gebruikte nominale niveau in
de betreffende zone.
Het signaal van een PA-zone kan naar keuze via
een ingebouwde luidspreker of via een hoofdtele-
foon worden voorbeluisterd. Bovendien kan u via
een bijkomende ingang een signaal met lijnniveau
(zoals dat van een CD-speler of tuner) voorbeluiste-
ren.
4 Het toestel installeren
Het toestel is voorzien voor montage in een rack
(482 mm/19"), maar kan ook als tafelmodel gebruikt
worden. Voor de montage in een rack is 2 HE (rack-
eenheden = 89 mm) nodig.
5 De PA-geluidsmonitor aansluiten
Alle aansluitingen mogen uitsluitend door een ge-
kwalificeerde vakman en in elk geval bij uitgescha-
kelde PA-installatie evenals uitgeschakelde monitor
uitgevoerd worden!
De schroefklemmen van de ingangen DC
POWER (11), AUX (12) en MONITOR (13) kunnen
voor een makkelijker hantering uit de stekkeraansluit-
ing van het apparaat verwijderd en na aansluiting
opnieuw aangebracht worden.
5.1 Monitoringangen
Verbind de monitoringangen (13) van de PA-1200M
met de monitor- of luidsprekeruitgangen van de te
controleren versterker. Er kunnen uitgangen met een
nominaal niveau van 1 – 100 V aangesloten worden.
Opgelet! Stel het volume van de hoofdtelefoon
nooit te hoog in. Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor beschadigen! Het
gehoor raakt aangepast aan hoge volumes die
na een tijdje niet meer zo hoog lijken. Verhoog
daarom het volume niet nog meer, nadat u er
gewend aan bent geraakt.
7 Technische gegevens
Ingangen
Monitor 1 – 10: . . . . . . . . . 1 – 100 V/10 kΩ,
transformator-
gebalanceerd
AUX: . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,775 V/600 Ω
(0 dBm),
transformator-
gebalanceerd
Frequentiebereik: . . . . . . . . . 100 – 20 000 Hz
(-3 dB)
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,3 %
Uitgangsvermogen
Luidspreker: . . . . . . . . . . . max. 2 W
Hoofdtelefoon: . . . . . . . . . max. 0,1 W
Impedantie hoofdtelefoon: . . min. 32 Ω
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . . . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning
Netspanning: . . . . . . . . . . 230 V~/50 Hz
Vermogensverbruik: . . . . . 15 VA
Noodstroomvoeding: . . . . 24 V
Gelijkstroomverbruik: . . . . 0,5 A
Afmetingen (B x H x D): . . . . 482 x 88 x 200 mm,
2 HE
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . . . 4,7 kg

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis