Basisparameters - Riello Evosol Bedienungsanleitung

3 BESCHRIJVING PARAMETERS
3.1

Basisparameters

3.1.1 Weergave temperatuur sondes
S1-S2-S3-S4-S6 (par. n°: 0-1-2-3-5)
Weergave van de temperatuur waargenomen door de betref-
fende sonde (alleen-weergave).
Alleen de sondes van het geselecteerde systeem worden weer-
gegeven.
S1
U1
3.1.2 Wekelijkse uurprogrammering
DAY1-DAY2-DAY3-DAY4-DAY5-DAY6-DAY7 (par. n°: 103-104-105-
106-107-108-109)
Door middel van deze parameters kunnen de tijdsbestekken
voor de ontsteking van de brander of van het thermische inte-
gratiesysteem worden ingesteld, voor elke dag van de week en
met intervallen van 30 minuten binnen de 24 uur.
Binnen de ingestelde intervallen, indien de door sonde S3 ge-
detecteerde temperatuur lager is dan de waarde ingesteld in
parameter "ONTSTEKINGSDREMPEL INTEGRATIE (par. nr 91)" wordt
de brander of het thermische integratiesysteem geactiveerd en
blijft deze functioneren tot het bereiken van de temperatuur
van parameter "DREMPEL UITSCHAKELING BRANDER 1 (par. nr 94)".
Het cijfer x, dat volgt op de parameter (DAYx), geeft dde dag van
de week aan:
1
Maandag
7 Zondag
S1
1
U1
SET
Door te drukken op "▲" of "▼" is het mogelijk door de 24 uur
van de aangegeven dag te scrollen en de configuratie weer te
geven. De pictogrammen "ON" en "OFF" geven de status van de
brander of van het thermische integratiesysteem van het betref-
fende halve uur aan:
S3
S2
° c
60 0
S3
2
S2
OFF
00 0
Voorbeeld:
− De weergave 00:00 en OFF betekent dat de brander of het
thermische integratiesysteem in het halve uur van 0:00
tot 0:30 uitgeschakeld is, ook wanneer aan de voorwaar-
den voor de ontsteking voldaan wordt
− De weergave 00:00 en ON betekent dat de brander of het
thermische integratiesysteem in het halve uur van 0:00
tot 0:30 ingeschakeld is, ook wanneer aan de voorwaar-
den voor de ontsteking voldaan wordt
3.2 Parameters voor ervaren gebruiker
3.2.1 Setpoint bovenste deel accumulator 1
B1HI (par. n°: 56)
Door middel van deze parameter kan het setpoint voor water-
temperatuur voor de bovenste zone van accumulator 1 worden
geregeld.
De temperatuur wordt gedetecteerd door sonde S3.
S1
U2
U1
SET
3.2.2 Setpoint onderste deel accumulatoren 1
en 2
B1LO-B2LO (par. n°: 59-64)
Door middel van deze parameters kan het setpoint voor water-
temperatuur voor de onderste zone van accumulatoren 1 en 2
worden geregeld.
De temperatuur wordt gedetecteerd door de sondes:
S2 voor accumulator 1
S4 voor accumulator 2
S1
U2
U1
SET
78
S3
S2
° c
60 0
S3
1 2
S4
S2
° c
60 0